Op 31 december was ik voor een stevige oorontsteking naar mijn huisarts. Ik was er tien jaar niet geweest en bleek een nieuwe en hele jonge huisarts te hebben. En ze deed het goed. Ik ben erg vriendelijk en goed geholpen.
Ik trok meteen de vergelijking met tien jaar eerder, toen haar voorganger mij hielp. Dat wil zeggen; hij belde mij, want ik was door hem doorverwezen naar de bloedpoli om mijn cholesterol te laten controleren. Normaal bel je dan zelf de huisarts na een week. Hij belde mij de volgende dag, op vrijdag 7 januari 2005, met een vervelende mededeling; mijn leukocytengehalte bleek extreem hoog. Zo hoog dat hij gebeld had met de internist van het Slotervaart en ze besloten hadden niet tot maandag te wachten. Ik diende voor het weekeinde gecontroleerd te worden. Weer was het hoog, zaterdagochtend was er een her-controle en vervolgens werd ik door de internist van het Slotervaart Ziekenhuis doorverwezen naar de afdeling Hematologie van het AMC. Ik wandelde er zaterdag 8 januari om 11.30 binnen en de volgende ochtend, zondag 9 januari om 10.30. velde de hematoloog het oordeel: lymfeklierkanker.
Tien jaar
Woensdag 7 januari ben ik tien jaar kankerpatiënt. En fan van de gezondheidszorg. Mijn behandelingen in 2005, 2006 en 2007 zijn niet aangeslagen; de ziekte kwam drie keer terug. Maar de twee beenmergtransplantaties van 2008 brachten de ziekte onder controle en sinds 3 september 2008 (mijn transplantatie- en tweede geboortedag) leef ik goed, gelukkig en gezond.
Ik heb louter goede ziekenhuizen (het AMC en UMCU) gehad. Topartsen en topverpleegkundigen. Mij stonden de beste behandelingen ten diensten. Ook als een behandeling, zoals in 2005 bij Rituximab, niet vergoed werd. Ik kreeg het van het AMC. Ik mocht in 2007 meedoen aan een trial. Dat doen we overigens veel te weinig in Nederland; hier kunnen artsen in niet-academische ziekenhuizen veel aan doen, samen met hun collega’s in academische centra.
Wat ik niet onvermeld wil laten, is dat mijn arts uit het AMC, waar ik nu natuurlijk alweer bijna tien jaar mee optrek en dat blijft zo, in maart 2008 zei: “Peter, die onverwante beenmergtransplantatie mag ik doen en ik kan het ook, maar toch wil ik dat je naar het UMCU gaat. Je hebt een 90 procent match en de arts daar heeft vijftien jaar ervaring. Ik kijk over zijn schouder mee en als alles achter de rug is kom je maar weer lekker terug.“ En zo geschiedde.
Essentie
Wat is hier nu eigenlijk beschreven? Wat is de essentie? Mijn nieuwe. jonge huisarts stelde heel vriendelijk een paar gerichte vragen, keek in het oor en besprak met mij de vraag ‘wel of geen antibiotica?’. Ik koos voor wel, want ik wilde snel van de ellende af; het was oudjaar. Ze stelde bewust de vraag aan zichzelf: wat is in het belang van deze patiënt? Haar collega tien jaar eerder had mij nog een rustig weekeinde kunnen gunnen. Ik had geen klachten. En toch; wat als het acuut zou blijken? Iedere dag telt dan. Hij stelde zich, samen met de internist van het Slotervaart Ziekenhuis, de vraag wat in het belang van de patiënt was.
De internist deed het ook uitstekend. Controleren, nogmaals controleren en doorverwijzen naar een centrum dat goed uitgerust is voor bloedkanker. Hij was er namelijk bijna zeker van dat ik een bloedkanker zou hebben. In het AMC liep ook alles op rolletjes.
Bibberend mannetje
Wat doen we het goed in Nederland. En toch… waarom niet voor iedere patiënt? Kom niet aan met het verhaal dat ik geen gemiddelde patiënt ben. Dat is nu zeker zo, maar in januari 2005 was ik een angstig bibberend mannetje dat verdomd graag wilde blijven leven en verstand had van triatlon. Niet van kanker en de behandelingen die daarin mogelijk zijn en de omgang tussen patiënt, verpleegkundigen en artsen. Ik was Manuel, kwam uit Barcelona en wist van niets.
Het kwam gewoon uit die huisarts, internist, artsen en verpleegkundigen. Het zat en zit in ze. Het goede nieuws: zo zijn er best nog een aantal hele goede huisartsen en artsen en verpleegkundigen in kankerbehandelcentra. Het AMC is echt niet het enige. Ook niet samen met het UMCU waar ik negen maanden aan uitgeleend ben geweest. Maar waarom is mijn arts in het AMC wel in staat mij door te verwijzen naar het UMCU en gaat ze niet zelf aan de slag? Hoeveel artsen hebben die grootheid en durven publiekelijk te zeggen: “Hij is beter, ga daarheen, want ik wil dat je de beste kans op leven hebt?” Hoeveel artsen kunnen zoveel afstand nemen van hun ego?
Fan
Bij iedere stap die gezet wordt in mijn verhaaltje staat steeds die ene vraag centraal: “Wat is in dit geval en op dit moment het belang van deze patiënt?” Niet het belang van het ziekenhuis, de zorgverzekeraar, de arts, de verpleegkundige of de farmaceut. Omdat ik dit dagelijks meemaak, ben ik fan van de gezondheidszorg.
Als u nu vanavond uw tanden staat te poetsen, denk dan eens terug aan uw beslissingen van vandaag. Beslissingen in de gezondheidszorg. Neem ze even door en kijk uzelf aan. Heeft u het besluit genomen waarbij het belang van de patiënt de doorslag heeft gegeven? Ik ga ervan uit dat het zo is, maar wees eerlijk en draai het eventueel morgen terug en doe het juiste. U weet heel goed wat het juiste is. Mijn huisarts, internist, artsen en verpleegkundigen hebben dat allemaal gedaan en doen het dagelijks. Daarom kan ik deze blog nu tikken. Daarom kan ik er een bijdrage aan leveren dat alle patiënten een fan van de gezondheidszorg worden.
Een goed, gelukkig en gezond 2015 (en voor daarna ook).
Peter Kapitein
Patient Advocate.