Ieder uur worden ongeveer negen patiënten opgenomen op een intensive care. Dagelijks zijn dat 219 kwetsbare patiënten, die de best mogelijke ic-zorg ontvangen
Op basis van een voorgenomen richtlijn die binnenkort voor de derde keer aan het veld wordt aangeboden, dreigt de organisatie van de ic-zorg in Nederland op zijn kop te worden gezet. De indeling van de intensive cares moet veranderen: van level I (kleinere), level II (middelgrote) en level III (grote) IC’s moeten we nu naar basis- en kern IC’s met daaraan gekoppelde nieuwe voorwaarden voor formatie en aanwezigheid waaraan moet worden voldaan.
Geen aanleiding
Daar blijkt helemaal geen aanleiding en geen onderbouwing voor. Er is namelijk geen verschil in sterfte tussen kleinere, middelgrote en grote intensive cares in Nederland. Dit concludeerden Nederlandse onderzoekers op 22 januari in het vakblad Intensive Care Medicine op basis van een gedegen analyse van Nederlandse gegevens uit de Nationale Intensive Care Evaluatie (NICE) registratie. Moeten we door een nieuwe richtlijn, waarvoor geen medisch inhoudelijke onderbouwing is, de levensvatbaarheid va nic’s in gevaar gaan brengen?
Contrast
Ik zie een groot contrast met de wijze waarop binnen de oncologie succesvol aan richtlijnontwikkeling en visie ontwikkeling wordt gewerkt. Kijken we naar de oncologie, dan zien we een stijgend aantal patiënten, diagnosen en behandelingen die complexer worden, maar ook: succesvoller. Voor de herziening van bestaande oncologische richtlijnen wordt de huidige situatie geëvalueerd; daar hoort een breed uitgezette knelpunt analyse bij.
Wetenschappelijke verenigingen komen zo tot gedragen richtlijnen én er is daarnaast ruimte om met elkaar te spreken over een visie op de inrichting van de oncologische zorg. Dat heeft goed gewerkt. Verschillende organisaties hebben met elkaar samengewerkt aan een visie op de inrichting van een toekomstbestendige organisatie van de oncologische zorg. Dat zal zeker leiden tot verdere verbeteringen voor patiënten.
Sluiting
De ambitie moet zijn om top ic-zorg te leveren waarin kwaliteit, doelmatigheid en transparantie leidend zijn. Dat vraagt vooral om samenwerking en het verder optimaliseren van de regionale ic-zorg. De nieuwe richtlijn voor ic-zorg kan in de huidige vorm verstrekkende gevolgen hebben: de ontmanteling en daarna sluiting van een ziekenhuis zijn zeer wel denkbaar. Er zijn beleidsbeïnvloeders die in het publieke debat de wenselijkheid daarvan naar voren brengen. In troebel water is het goed vissen: de richtlijnontwikkeling voor ic’s is minder zorgvuldig dan wenselijk is, mede omdat richtlijnontwikkeling en visieontwikkeling hier door elkaar lopen en er geen onderbouwing is voor de opgestelde aanbevelingen.
Randvoorwaarden voor en uitwerking van regionale samenwerking kunnen uitstekend worden vastgelegd in een visie, waarbij beschreven kan worden waaraan die regionale samenwerking idealiter zou moeten voldoen. Laten we met elkaar werken aan een gezamenlijke visie op de intensive care, in plaats van een richtlijn op te stellen die mogelijk verstrekkende veranderingen tot gevolg heeft, waarvoor géén bewijs is dat die zal leiden tot verdere verbetering van de kwaliteit.
Voorbeeld
Zulke belangrijke besluiten moeten worden genomen op basis van evidence en niet op basis van eminence. Laten we de zorgvraag, net als in de oncologie, centraal stellen bij het doorvoeren van (toekomstige) veranderingen in het zorglandschap in plaats van het zorglandschap in te richten op basis van een niet onderbouwde ic-richtlijn. De richtlijncommissie zou een voorbeeld kunnen nemen aan de richtlijnontwikkeling voor de oncologie.
Yvonne Snel
Directeur Vereniging Samenwerkende Algemene Ziekenhuizen (SAZ)