Het aantal geregistreerde verpleegkundigen is met eenderde gedaald, als gevolg van de verplichte herregistratie, waarbij eisen zijn gesteld aan recente werkervaring, direct contact met patiënten, en bijscholing. Hoewel vooral niet of elders werkende verpleegkundigen hun inschrijving kwijtraakten, daalde ook het aantal geregistreerde verpleegkundigen dat in de zorg werkt.
Dat maakt het CBS bekend.
Eind 2014 waren er 180 duizend in het BIG-register geregistreerde verpleegkundigen in Nederland. Dit zijn er 87 duizend minder dan in 2013, toen het er nog 267 duizend waren. Verpleegkundigen hebben zich opnieuw moeten registreren, zodat ze hun vak mochten blijven uitoefenen. De herregistratie had vooral gevolgen voor het aantal geregistreerde niet-werkzame verpleegkundigen: hun aantal nam af van 47 duizend in 2013 naar 6 duizend in 2014. Ook stonden er in 2014 met 12 duizend aanzienlijk minder elders werkzame verpleegkundigen geregistreerd dan in 2013 (31 duizend).
Na de nieuwe registratie staan er ook minder in de zorg werkzame verpleegkundigen geregistreerd. In 2014 waren dat er 161 duizend, 14 procent minder dan in 2013 (188 duizend). Een deel van de uitgeschreven verpleegkundigen werkt nog wel in de zorg, bijvoorbeeld in een leidinggevende positie. Als daarin geen direct contact met patiënten is, vervalt de registratie. Ook onvoldoende bijscholing of het werken onder het opleidingsniveau, kunnen reden zijn voor het doorhalen van de registratie. Naast de doorgehaalde registraties kwamen er ook nieuw ingeschreven verpleegkundigen bij.
Jonger
De verpleegkundigen die nu in het BIG-register staan, zijn gemiddeld jonger dan vóór de herregistratie. Het aandeel verpleegkundigen jonger dan veertig steeg van 33 procent in 2013 naar 37 procent in 2014. Dat komt doordat de doorgehaalde registraties in de meeste gevallen een veertigplusser betrof. Deze leeftijdsgroep is vaker niet werkzaam, of heeft een leidinggevende positie.