Mensen moeten sneller weten hoe hoog hun eigen bijdragen voor zorg en ondersteuning zijn en niet jarenlang achtervolgd worden door hoge afrekeningen. Dat hebben Iedere(in) en Per Saldo bepleit in een internetconsultatie van het ministerie van VWS voor het ‘Ontwerpbesluit aanlevertermijn cliënt en zorggegevens’.
“Onze boodschap aan het kabinet en de Tweede Kamer is dat het bijzonder belangrijk is het probleem van de stapelfacturen wordt onderkend en dat mensen tijdig weten waar ze aan toe zijn met hun eigen bijdragen”, stelt Ieder(in) en een verklaring.
Het komt volgens Ieder(in) en Per Saldo te vaak voor dat mensen door gebrekkige afstemming van gemeenten, zorgaanbieders en CAK achteraf worden geconfronteerd met hoge afrekeningen van eigen bijdragen. Mensen komen door deze stapelfacturen in grote financiële problemen, zoals oplopende schulden en onverwacht moeten interen op spaargeld. Soms is er zelfs sprake van zorgmijding.
Te vrijblijvend
Ieder(in) en Per Saldo zijn blij dat het ministerie van VWS het probleem van stapelfacturen onderkent en hiervoor een ontwerpbesluit heeft opgesteld. Wel vinden ze de formulering te vrijblijvend. In het ontwerpbesluit staat dat de eigen bijdragen ‘zo spoedig mogelijk’ worden vastgesteld door het CAK. “Dit is te vrijblijvend en leidt tot voortdurende onduidelijkheid en onzekerheid voor mensen over de hoogte van de eigen bijdragen”, aldus Ieder(in).
Het CAK kan tot een periode van 24 maanden met terugwerkende kracht eigen bijdragen in rekening blijven brengen, zo staat het in het ontwerpbesluit. Ieder(in) en Per Saldo vinden dat deze termijn veel korter moet. Beide belangenverenigingen vinden het logisch om de verrekening te laten aansluiten bij andere regelingen, zoals de belastingaangifte of de UWV-termijnen.