Door Sigrid Starremans

Binnen de vijf ziekenhuizen die deel uitmaken van het Nederlands Hart Netwerk (NHN), zijn er speciale poli’s voor patiënten met atriumfibrilleren en hartfalen. Op deze poli’s krijgen patiënten na het consult bij de cardioloog een gesprek met een verpleegkundige die alle aspecten van de aandoening met ze doorneemt. Daarbij worden vragen beantwoord als: hoe ga je met de aandoening om? En welke medicatie hoort daarbij? De zorg op de poli’s sluit aan bij de opvolging die patiënten vervolgens binnen de ketenzorg in de eerstelijn krijgen.
Resultaten positief
Deze geoptimaliseerde patiëntenzorg en de aansluiting tussen de ziekenhuis- en eerstelijnszorg is typisch een product van het NHN, volgens Marieke de Wit, programmamanager. “Het consult bij de cardioloog duurt maar tien minuten. De verpleegkundige heeft meer tijd om uitleg te geven.’
Om de effecten van nieuwe werkwijzen en onderlinge afspraken na te gaan, worden ze onderzocht. De Wit: ‘En er is inderdaad sprake van minder mortaliteit, minder grote cardiovasculaire events en minder (her)opnames.”
Verbeteren patiëntwaarde
Het Nederlands Hart Netwerk (NHN) is een samenwerkingsverband van ziekenhuizen (Catharina Ziekenhuis, Máxima Medisch Centrum, Elkerliek Ziekenhuis, Anna Ziekenhuis en Sint Jans Gasthuis) en huisartsenzorggroepen (Stroomz, Pozob en Meditta). Het gemeenschappelijke doel is de continue verbetering van de patiëntwaarde (patiëntrelevante uitkomsten gedeeld door de zorgkosten) voor patiënten met een hartaandoening. Om het doel te bereiken zijn netwerken ingericht rondom de meest voorkomende hartaandoeningen: atriumfibrilleren, hartfalen, coronairlijden en kleplijden.
Ook huisartsen
Al sinds 2010 ontmoeten cardiologen uit de regio elkaar regelmatig tijdens scholingsprojecten. Geleidelijk ontstond het idee om naast kennisuitwisseling ook samen te werken. De Wit: “Cardiologen zagen wat het kan opleveren om eens bij elkaar in de keuken te kijken. En bijvoorbeeld op te merken dat patiënten in een ander ziekenhuis beter geholpen zijn met een net wat andere behandeling.” Met de komst van het ketenzorgprogramma CVRM ontstond ook de verbinding met de huisartsen en praktijkondersteuners in de eerstelijn. Er werden regionale transmurale afspraken opgesteld, onder meer rondom de door- en terugverwijzing, die leiden tot meer uniformiteit in de cardiologische keten.
Innovatieprojecten
Naast de regionale transmurale afspraken zijn andere projecten ontstaan, zoals de implementatie van een regionaal protocol voor telemonitoring bij hartfalen. De Wit: “Recent is ook gestart met het implementeren van een sneltest in de ambulance om sneller de ernst van een hartinfarct te kunnen bepalen.”
Meerdere perspectieven
Natuurlijk kan samenwerking ook vertragend werken en wil je vaak sneller gaan dan mogelijk is, erkent De Wit. “In sommige gevallen ben je afhankelijk van landelijke regelingen en aanbieders. En van lokale procedures en processen binnen de zorgorganisaties. Soms moet je ook andere disciplines betrekken, zoals finance and control of het management.”
Tijdens de masterclass Samenwerken in zorgnetwerken gaat Marieke de Wit dieper in op de procesaanpak van het Nederlands Hart Netwerk.