De Landelijke Vereniging van Bloed- en Plasmadonoren (LVB) dreigt de landelijke bloedbank Sanquin met een boycot. Aanleiding voor de is de salariëring van de raad van bestuur van Sanquin Bloedvoorziening.
Bestuursvoorzitter Theo Buunen ontving vorig jaar 258 duizend euro, exclusief pensioenpremies en sociale lasten. Vice-voorzitter Jeroen de Wit kreeg 228 duizend euro, exclusief dezelfde premies. De vorig jaar aangetreden bestuurder René van Lier verdient wel de Balkenendenorm. Al sinds 2007 is er ophef over de hoogte van de bestuurderssalarissen bij Sanquin. In een brandbrief aan minister Schippers van Volksgezondheid roept de LVB de minister op onmiddellijk in te grijpen om zo “de bloedvoorziening niet in gevaar te brengen”.
Koerswijziging
Voor de LVB is dit een koerswijziging. Tot nu toe riep de vereniging, ondanks de ophef, altijd op bloed te blijven doneren. De LVB geeft in de brief echter aan de situatie “niet langer te kunnen en willen accepteren en dat wij ons op acties beraden”. Bruunen en De Wit misbruiken volgens de LVB “al jaren de intrinsieke motivatie en het idealisme van hun 395 duizend vrijwillige donors, terwijl ze zelf van beide zaken weinig weet lijken te bezitten”.
Minister
De belangenbehartiger heeft vooralsnog nog geen negatief advies gegeven aan donoren, maar zal dit wel doen als de minister niet ingrijpt. “De LVB aanvaardt daarbij geen enkele aansprakelijkheid voor schade aan de bloedvoorziening”, zegt secretaris Charles Disch in het Brabants Dagblad. “Het laatste wat wij willen is de bloedvoorziening in gevaar brengen. Maar Sanquin zelf grijpt niet in, dus nu moet de minister in actie komen.’’
Draagvlak
Sanquin betreurt de oproep, maar ziet de LVB niet als een vertegenwoordiger van bloed- en plasmadonoren. “Er bestaat een landelijke donorraad en regionale raden met een minimum aantal donoren als vertegenwoordiging. Van de LVB hebben we geen enkel idee uit hoeveel leden die bestaat,’’stelt Marleen de Bruijn, algemeen secretaris van de Raad van Bestuur van Sanquin, die de LVB typeert als ‘actiegroep’. Volgens Sanquin is de onvrede onder de donoren beperkt. “Natuurlijk hebben ook wij wel eens klachten ontvangen”, erkent De Bruijn. “Maar de stelling dat voor de salarissen maatschappelijk draagvlak ontbreekt, ondersteun ik niet.”