Het onderzoek van de Consumentenbond over de prestaties van Nederlandse thuiszorgorganisaties geeft een te zwart-wit-beeld van de werkelijkheid. Ook is het rapport niet actueel: sommige organisaties voldoen inmiddels wel aan alle eisen en krijgen nu ten onrechte een verkeerd stempel.
Dit stelt branchevereniging BTN in reactie op een donderdag verschenen rapport, waarin de Consumentenbond concludeert dat thuiszorgorganisaties ondermaats blijven presteren zonder dat de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) ingrijpt.
De Consumentenbond bestudeerde vijftig inspectierapporten van bezoeken die de IGJ aflegde bij startende thuiszorgorganisaties. In totaal 48 thuiszorgorganisaties bleken niet te voldoen aan de randvoorwaarden voor goede en veilige zorg. Zeven organisaties haalden zelfs geen enkele randvoorwaarde. Ook na een verplicht verbetertraject van de IGJ voldeden de meeste thuiszorginstellingen nog steeds niet aan de richtlijnen. Volgens Bart Combée, directeur Consumentenbond, hanteert de inspectie een beleid van “pappen en nathouden”. “Het is onbegrijpelijk dat de inspectie hier zo laks in is.”
Vertrouwen
BTN zegt zich niet te herkennen in het geschetste beeld. “De uitspraken zijn ongenuanceerd en gebaseerd op verouderde informatie”, stelt de branchevereniging. “De lijst van de Consumentenbond ondermijnt het vertrouwen in de zorg. Niemand heeft hier iets aan. We missen de nuances en de vragen die vooraf hadden moeten gaan aan hun oordeel: hoe zit het nu werkelijk?”
Volgens BTN zijn goede spelregels van belang, maar kan van beginnende zorgorganisaties niet verwacht worden dat ze vanaf moment één aan alle eisen voldoen. “Organisaties moeten de mogelijkheid hebben om zich te ontwikkelen en te bewijzen. Wanneer we alles dicht zouden regelen, is er geen ondernemerschap meer mogelijk. Het gaat hierbij om het zoeken naar de juiste balans”, aldus de branchevereniging.
Toezicht
De IGJ kondigde in reactie op het Consumentenbond-rapport aan dit jaar en ook komende jaren meer toezicht te gaan houden op de thuiszorg. Maar de inspectie geeft ook aan dat instellingen die ondermaats presteren de kans moeten krijgen te verbeteren. “Heeft de inspectie er vertrouwen in dat een zorgaanbieder verder werkt aan verbetering? Dan zal die zorgaanbieder daar ruimte voor krijgen”, aldus de IGJ.
Wat BTN betreft is dit de juiste benadering. “De plannen voor het sneller visiteren door de inspectie van nieuwe organisaties verwelkomen we. Hoe sneller het contact tot stand komt, hoe sneller voorkomen kan worden dat het misgaat. Bij vrijwel alle door de inspectie bezochte organisaties zie je dat zorgorganisaties in korte tijd flinke stappen hebben gemaakt.”