De burn-out van één zorgmedewerker raakt ook collega’s en leidinggevenden. Dat blijkt uit het recent onderzoek ‘Burn-out en werken in de zorg’ van Stichting IZZ. “De resultaten wijzen op het belang van een integrale aanpak met aandacht voor het individu, het team én de leidinggevende”, aldus IZZ.
Ruim 730 deelnemers aan het ledenpanel van Stichting IZZ beantwoordden vragen over burn-out bij hen zelf en bij collega’s. Ruim de helft van de deelnemers aan het ledenpanelonderzoek heeft in de directe werkomgeving een collega, medewerker of leidinggevende die een burn-out heeft of heeft gehad.
Werkdruk
Uit het onderzoek blijkt dat teamleden en leidinggevenden een toename van de werkdruk ervaren door uitval van een collega. Daarnaast worden ze zelf meer bewust van mogelijke burn-outsignalen en worden ze bang om zelf een burn-out te krijgen. Er komt onrust en verdeeldheid binnen het team en er ontstaan gevoelens van bezorgdheid en onzekerheid in de omgang met de collega met burn-out(klachten).
Individuele aanpak niet voldoende
Volgens Stichting IZZ moeten de persoon zelf, het team én de leidinggevende aandacht krijgen om verdere uitval te voorkomen. “Mensen met een burn-out gaan meestal een individueel behandeltraject in. Wanneer dat is afgerond, komen ze terug in dezelfde werkomgeving waar ze zijn uitgevallen, in een team waar de werkdruk en onrust ondertussen alleen maar zijn toegenomen. Alleen op individueel niveau dingen aanpassen werkt dus niet voldoende, ook het team en de leidinggevende hebben aandacht nodig”, aldus IZZ.