De Autoriteit Consument & Markt (ACM) vindt het geen goed plan als alle zorgverzekeraars samen contractafspraken maken met slechts één centrum voor protonenbehandelingen. Zorgverzekeraars Nederland (ZN) heeft grote twijfels of het verstandig is om vier dure zorgcentra te bouwen en had geïnformeerd bij ACM of het toegestaan is om met één daarvan een contract af te sluiten.
De mededingingsautoriteit noemt dat in een dinsdag gepubliceerd advies “onwenselijk”. Bij meerdere centra ontstaat meer keuze voor patiënten, volgens ACM. Op dit moment is er geen behandelcentrum in Nederland; patiënten wijken nu uit naar het buitenland. Onlangs begon de bouw van twee protonencentra, die in 2017 open gaan. Minister Schippers (Volksgezondheid) heeft vergunningen afgegeven voor in totaal vier centra.
Volgens de zorgverzekeraars gaan er weinig patiënten naar het buitenland voor een behandeling. Daarom denken ze dat één behandelcentrum voldoende is. De initiatiefnemers van de protonenbehandelcentra, de Gezondheidsraad en het Zorginstituut verwachten in de komende jaren veel meer patiënten dan de zorgverzekeraars.
Slecht nieuws
ZN vindt het juist slecht nieuws voor de premiebetaler dat de ACM zorgverzekeraars verbiedt om gezamenlijk protonentherapie in te kopen. Nu de ACM niet toestaat dat de zorgverzekeraars onderhandelen met slechts één centrum, vreest ZN dat de bouw van vier centra honderden miljoenen extra gaat kosten. Dat is tientallen euro’s per premiebetaler.
Protonentherapie is een innovatieve manier voor de behandeling van bepaalde soorten kanker. Bij de behandeling worden kankerpatiënten bestraald met geladen deeltjes (protonen), die nagenoeg hun volledige energie precies op de juiste plaats in de tumor afgeven. De behandeling met protonen richt minder schade in het lichaam aan dan de gangbare bestraling.