Het Centraal Planbureau (CPB) stuurt notities van kabinetsplannen die op verzoek van een partij in de Tweede Kamer worden doorgerekend voortaan niet meer alleen ter inzage naar de opdrachtgever, maar naar de hele Kamer. Ook het betrokken ministerie krijgt de informatie.
Het CPB besloot dit na het rumoer dat ontstond bij de doorrekening van de veranderingen in het persoonsgebonden budget (pgb), zo bleek maandagavond uit een brief die minister Maxime Verhagen van Economische Zaken naar de Kamer stuurde.
Procedurele fouten
Verhagen maakte ook een interne brief openbaar waarover de oppositie zich maandag opwond, omdat de strekking ervan was uitgelekt. In die brief is te lezen dat een topambtenaar het CPB erop wijst dat de onderzoekers procedureel steken hebben laten vallen door bijvoorbeeld het ministerie van Volksgezondheid het stuk niet tijdig te geven.
Oppositie verontwaardigd
De oppositie reageerde verontwaardigd op berichten dat het ministerie het CPB op de vingers zou hebben getikt. Oppositie en kabinet liggen al langer met elkaar overhoop over de precieze gevolgen van de kabinetsplannen voor ingrepen bij het pgb waarmee mensen zelf zorg kunnen inkopen. De oppositie wilde duidelijkheid, vroeg het CPB de cijfers na te rekenen en dat concludeerde onlangs dat de ingrepen minder opleveren dan gedacht.
Onafhankelijkheid in geding
PvdA en ChristenUnie toonden zich maandag bezorgd over de onafhankelijke positie van het CPB. Volgens Ronald Plasterk (PvdA) werd dat ‘tot aan de enkels afgebrand’. Esmé Wiegman (ChristenUnie) vreesde dat ‘onafhankelijke instituten in het verdachtenbankje werden gezet’. D66’er Kees Verhoeven concludeerde: “Deze boodschap komt het kabinet slecht uit, dus is minister Verhagen boos en kan het CPB ineens niet rekenen. Maar met een aanval op het CPB verandert de economische realiteit niet.” Linda Voortman (GroenLinks): “We mogen niet hopen dat de cijfers anders worden doordat het ministerie ze vooraf heeft ingezien”.
Verhagen betreurt publiciteit
Verhagen reageerde maandagavond pas inhoudelijk. Hij benadrukte dat voor hem de onafhankelijke positie van het CPB buiten kijf staat en dat het nooit ging om de inhoud van de CPB-notitie, maar om de procedures. De minister betreurt dat het vertrouwelijke stuk in de publiciteit is gekomen en gaat de rijksrecherche vragen uit te zoeken hoe dat kon gebeuren. (ANP)