Het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) gaat het DNA-profiel van patiënten automatisch in het elektronisch voorschrijfsysteem van het ziekenhuis zetten. Dit moet leiden tot effectievere behandelingen met minder bijwerkingen. Het LUMC is het eerste ziekenhuis dat op deze manier werkt.
Het gaat niet om informatie van alle patiënten, benadrukt klinisch geneticus Marjolein Kriek. “Het is eigenlijk een extra service voor patiënten wiens DNA we vanwege een andere reden in kaart brengen.” Het gaat bijvoorbeeld om kinderen met een ontwikkelingsachterstand en hun ouders. “Bij deze patiënten testen we heel veel genen, waaronder ook genen die te maken hebben met hoe medicijnen worden afgebroken in het lichaam. Eerst deden we niks met die informatie, en dat was eigenlijk zonde.”
In de nieuwe situatie komen de gegevens over genen die belangrijk zijn voor medicijngebruik automatisch in de computersystemen van artsen en apothekers in het ziekenhuis terecht. Apothekers koppelen de genetische gegevens aan de bestaande adviezen over medicijnen. Een arts krijgt een pop-up in het scherm als bij een bepaalde patiënt iets moet worden aangepast. Ziekenhuisapotheker Jesse Swen: “Het kan zijn dat je een bepaald antidepressivum langzamer dan gemiddeld afbreekt je in lichaam. De dosis moet dan omlaag om bijwerkingen te voorkomen.”
Genen
Zo’n 95 procent van de Nederlanders heeft een variant in een van de genen waarvan bekend is dat ze betrokken zijn bij verwerking van medicijnen in het lichaam, aldus Swen. Medicijngebruik aanpassen op basis van beschikbare genetische gegevens is in zijn ogen een goede eerste stap. “Maar voordat we iedereen die begint met een geneesmiddel gaan testen, moet met onderzoek worden aangetoond dat die aanpassing ook daadwerkelijk leidt tot minder bijwerkingen.”
In het kader van het in 2016 gestarte project U-PGx vindt momenteel in Europees verband onderzoek plaats naar de haalbaarheid en effectiviteit van medicatie afgestemd op het DNA van de patiënt. Recent bereikte de onderzoeksgroep een mijlpaal met het in kaart brengen van het genetisch profiel van de duizendste patiënt. “Maar we zijn er nog niet, want in totaal willen we dat voor 8.100 patiënten doen”, aldus Swen.