Huisartspraktijken groeien steeds meer uit tot eerstelijns zorgorganisaties. Bij dit proces moeten ze echter oog blijven houden voor de menselijke maat. Dat constateert NIVEL in de ‘Overzichtstudie eerste lijn’.
Vertrouwd gezicht
De huisarts, fysiotherapeut en apotheker waren lang het vertrouwde gezicht van de eerstelijnszorg. Maar met schaalvergroting en taakdifferentiatie verdwijnt de solopraktijk en hebben nieuwe gezichten als de praktijkondersteuner, de diabetesverpleegkundige en de eerstelijns psycholoog hun intrede gedaan. Dit zet de herkenbaarheid van de eerste lijn onder druk. “De uitdaging is de samenwerking in de eerstelijnszorg zo vorm te geven dat mensen hun huisarts en fysiotherapeut blijven kennen, dat ze weten met mensen te maken te hebben en niet met anonieme organisaties”, zegt NIVEL-afdelingshoofd Dinny de Bakker. “Want we hebben meer vertrouwen in mensen dan in organisaties.”
Kostenbeheersing
De schaalvergroting en taakdifferentiatie in de eerste lijn hangt nauw samen met de wens tot kostenbeheersing. De aanname daarbij is dat een goed functionerende eerste lijn voorkomt dat mensen een beroep doen op duurdere en complexe zorg. Desondanks stijgt het aantal verwijzingen naar de ziekenhuizen, de tweede lijn. “De zuigkracht van de tweede lijn is sterk”, stelt De Bakker. “Alleen de eerste lijn versterken is daarom niet voldoende om de kosten te beperken als niet ook maatregelen worden genomen om de groei in de tweede lijn te beteugelen. Een belangrijk deel van het ziekenhuisbudget zou onder vrije prijsvorming moeten kunnen verschuiven naar de eerste lijn.”
Kwaliteit en samenwerking
Het NIVEL-onderzoek heeft ook goed nieuws voor de patiënt. Zo raken standaarden voor kwaliteit steeds beter verankerd. De meeste huisartsen werken volgens de richtlijnen van het Nederlandse Huisartsengenootschap (NHG). n hun praktijk. Ook de samenwerking binnen de eerste lijn, volgens het NIVEL vanouds een zwak punt, ontwikkelt zich in de goede richting, hetgeen vooral voor chronische patiënten van belang is.