De NZa en de IGZ hebben de evangelische ggz-instelling De Hoop een aanwijzing gegeven voor het verlenen van onverantwoorde en onrechtmatige zorg.
De problemen hebben zich voorgedaan in 2009 en 2011, toen De Hoop op verzoek van het Jezus Centrum Nijkerk deeltijdbehandelingen heeft aangeboden aan een aantal van hun cliënten. De bewoners van het Jezus Centrum Nijkerk (JCN) verbleven naar het oordeel van de IGZ in een onveilig pand. Bovendien moesten ze verplicht meer dan 40 uur per week arbeid verrichten. De NZa vindt dat De Hoop van deze ernstige situatie op de hoogte had moeten zijn.
Onjuist
De NZa heeft de administratie van De Hoop onderzocht na aanwijzingen over mogelijk onjuiste declaraties. Uit het onderzoek blijkt dat De Hoop meer en duurdere zorg in rekening heeft gebracht dan zij heeft geleverd. Ook heeft De Hoop behandelingen gedeclareerd die niet door haar zijn uitgevoerd en waarvan niet in alle gevallen duidelijk is óf ze wel zijn uitgevoerd. Zo bracht de instelling in alle gevallen verblijf zonder overnachting in rekening, terwijl de patiënten niet binnen De Hoop verbleven.
De dossiers zijn onvolledig: er staat niet in welke zorg is geleverd, en er ontbreken verslagen en agenda’s van de gedeclareerde activiteiten. Bovendien zijn er dossiers aangemaakt door een niet BIG-geregistreerde hoofdbehandelaar.
Voorkomen
De Hoop zegt de uitkomsten van de onderzoeken serieus te nemen. “Elke zorgorganisatie moet verantwoorde zorg leveren en rechtmatig declareren, en dat mag zeker ook van ons als identiteitsgebonden organisatie worden verwacht,” aldus bestuursvoorzitter Jaap de Gruijter van De Hoop. “De onderzoeken van de NZa en de Inspectie hebben er toe geleid om de al ingezette verbetertrajecten verder te versnellen om herhaling in de toekomst te voorkomen.”
De Hoop heeft de zorgverzekeraars het te veel gedeclareerde bedrag terugbetaald. Het gaat hierbij om 27.000 euro op een totale jaaromzet van 30 miljoen euro. “Deze terugbetaling is weliswaar geen eis van de NZa, maar wij vinden het zelf wel nodig”, aldus De Gruijter. “We moeten achteraf constateren dat we fouten hebben gemaakt, weliswaar zonder opzet, maar toch. We staan ook open om het gesprek aan te gaan met de individuele cliënten die toen deeltijdbehandeling van ons hebben gekregen. We willen verantwoordelijkheid nemen voor de consequenties en vooral zorgen dat het niet nog een keer gebeurt.”