© Perawit Boonchu / Getty Images / iStock
ZiN legt de bal weer terug bij de beroepsgroep.
De fysiotherapeuten en oefentherapeuten hebben nog geen kwaliteitskader opgesteld, het is niet duidelijk of de behandelingen die fysio’s en oefentherapeuten geven, voldoen aan de stand van de wetenschap en de tijden zijn intussen veranderd door alle IZA-afspraken waardoor het ZiN geen “passende aanspraak fysio- en oefentherapie” kon opstellen. Hierdoor kan de Nederlandse Zorgautoriteit ook niet adviseren over passende bekostiging. Alles blijft dus bij het oude.
Kostenonderzoek fysiotherapie
Er loopt bij de NZa nog wel een marktonderzoek paramedische zorg dat zich richt op het functioneren van de marktomstandigheden en knelpunten voor fysiotherapeuten. Zij hopen op de introductie van minimumtarieven die een oplossing zouden moeten zijn voor het hoge aantal vertrekkende fysiotherapeuten. Sommige zorgverzekeraars zouden dusdanig lage tarieven aanbieden dat zij worden gedwongen om ver onder de kostprijs te werken. Minimumtarieven kunnen hen helpen hun bedrijfsvoering gezond te houden. De eerste resultaten verwacht de staatssecretaris naar eigen zeggen voor 19 juni. Mogelijke oplossingsrichtingen voor de fysiotherapie volgen naar verwachting in de herfst van 2025. Voor wat het waard is.
Op dit moment is vergoeding van fysio- en oefentherapie vanuit het basispakket beperkt tot een aantal waarbij bovendien patiënten voor de chronische indicaties de eerste twintig behandelingen zelf moeten betalen. Veel partijen in de zorg vinden dat hierdoor de toegang tot paramedische zorg teveel wordt belemmerd. Het onderzoek door ZiN had tot een gemakkelijker toegang moeten leiden, zo was de verwachting.
Multidisciplinair en regionaal
Onder de huidige wet- en regelgeving ziet het Zorginstituut nog als mogelijkheden: regionale samenwerking te intensiveren waardoor multidisciplinaire fysio- en oefentherapie vaker in de eerste lijn wordt geleverd, uitbreiden van de huidige aanspraak met fysio- en oefentherapie voor indicaties waarvoor is aangetoond dat deze operaties vervangt en aansluiting bij het intensiveren van de fysio- en oefentherapie bij programma’s voor verzekerde zorg die zijn gericht op het langer zelfstandig blijven van kwetsbare ouderen, zoals de valpreventie.
Het Zorginstituut verwijst de fysio- en oefentherapeuten naar ZonMw, om samen met deze organisatie een “structureel onderzoeksprogramma” op te zetten naar de “pakketwaardigheid van fysio- en oefentherapie”. “Met name wanneer het gaat om het leveren van zorg die voldoende bewezen effectief is.” ZiN wil dan nog wel adviseren bij dit proces. ZiN heeft ook een suggestie voor de minister van VWS: “Wat nog wel zou kunnen bijdragen aan de toegankelijkheid van fysio- en oefentherapie is het vergoeden van de eerste twintig behandelingen voor patiënten met aandoeningen op de chronische lijst, hetgeen een politiek besluit is.”
Fysiotherapeuten
Voorzitter Lodi Hennink van de beroepsvereniging voor fysiotherapeuten, het KNGF, ziet een tweedeling ontstaan: “Iedereen die een openhartoperatie nodig heeft, kan daar financieel drempelloos aanspraak op maken. Maar wie de fysiotherapeut niet kan verzekeren of betalen, blijft verstoken van die zorg en is dus de dupe. Daarmee verdiepen we de tweedeling tussen rijk en arm. Dat is voor ons maatschappelijk onaanvaardbaar en de oproep aan de politiek is om in te grijpen. Fysiotherapie hoort niet thuis in de aanvullende verzekering voor sommige mensen, maar hoort in de basisverzekering voor iedereen.”
Lodi Hennink heeft helemaal gelijk met zijn stelling over tweedeling. Maar ik ben het niet helemáál met hem eens. Mijns inziens zou fysiotherapie die voorgeschreven wordt door een huisarts of specialist opgenomen moeten worden in de basisverzekering.
.
Dat is dan wel al heel snel goedkoper dan verwijzen naar of behandelen in de tweede lijn. En voor veel wat in de tweede lijn gebeurt is ook onvoldoende wetenschappelijk bewijs t.a.v. de kosteneffectiviteit. Aan fysiotherapie worden in dat opzicht dus veel hogere eisen gesteld dan aan de tweede lijn. Dat is een forse rechtsongelijkheid.
Ter verduidelijking het volgende. Waarom ik fysiotherapie alleen op verwijzing van een arts in het basispakket zou doen is dat fysiotherapie direct toegankelijk is.
.
Daar ben ik op zich niet tegen, maar de combinatie ervan met ongelimiteerde vergoeding vanuit de basisverzekering vind ik vanuit zorgeconomisch oogpunt geen goede maatregel.