De gemeenten hebben vorig jaar circa 210 miljoen euro aan Wmo-gelden overgehouden. Het Rijk had in 2009 ruim 1,3 miljard euro beschikbaar, waar de gemeenten ruim 1,1 miljard van hebben uitgegeven. Dit blijkt uit het advies van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) over het Wmo-budget voor 2011.
Lagere groei
Het overschot is volgens het SCP grotendeels toe te schrijven aan productprijzen die lager uitvielen dan verwacht. Hiermee spaarden de gemeenten 289 miljoen euro uit. Daarnaast viel de volumegroei 19 miljoen euro lager uit dan verwacht. De verschuiving van dure naar goedkopere producten droegen nog eens 88 miljoen euro bij aan het overschot. Daartegenover werden de gemeenten geconfronteerd met hogere uitgaven voor persoonsgebonden budgetten (150 miljoen euro) en lagere eigen bijdragen (45 miljoen euro).
Componseren
In Binnenlands Bestuur laat een woordvoerder van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) weten dat gemeenten het geld niet oppotten, maar hard nodig hebben om de uitvoeringskosten van de Wmo te compenseren. “Gemeenten hebben jaren te weinig geld voor de uitvoering van de thuiszorg gekregen”, aldus de zegsman. “Dat is vanaf volgend jaar aangepast door het kabinet, maar vanaf 2007 tot en met dit jaar kwamen we 70 miljoen euro per jaar tekort.” De vergoeding voor de uitvoering van de Wmo gaat volgend jaar omhoog van 70 miljoen naar 140 miljoen euro.
Advies
Op grond van een bindend adviesrecht stelt het SCP het Wmo-budget voor 2011 vast op ruim 1,2 miljard euro. Gezien beleidsmatige ontwikkelingen als de introductie van de financiële vergoeding voor de alfahulp en tarieven die nog altijd onder de kostprijs liggen, adviseert het SCP echter om het definitieve budget met ruim 122 miljoen euro op te hogen tot ruim boven de 1,3 miljard euro.