“Als ik er nu op terugkijk, dan had ik andere afwegingen moeten maken. Achteraf denk ik: had ik het maar anders gedaan. Dit is een verschrikkelijk verlies.” Dat zei voormalig gynaecoloog Maarten B. van het Westfriesgasthuis in Hoorn dinsdag voor de rechtbank in Alkmaar. Hij staat daar terecht op verdenking van onder meer dood door schuld.
Justitie houdt hem verantwoordelijk voor het overlijden van het baby’tje Biendiya Rangoelam. Zij stierf kort na haar geboorte in mei 2009.
Behandelafspraken
De rechtbank en het Openbaar Ministerie wilden dinsdag in de eerste uren van de strafzaak vooral van B. weten waarom hij bij de geboorte was afgeweken van behandelafspraken die de ouders van Biendiya met hun vaste gynaecoloog hadden gemaakt. Die waren opgetekend in het medisch dossier van de moeder.
B. noemde die afspraken vaag. Daarom koos hij in strijd daarmee niet voor het toepassen van een keizersnee maar verstrekte hij weeën-opwekkende middelen, om een normale bevalling in gang te zetten. Volgens B. kreeg hij van de ouders niet te horen dat zij het met zijn behandelplan niet eens waren.
Vraagtekens
“Ik heb geen moment gehoord: dit willen we niet, we willen een keizersnee”, aldus B., die op de dag van de bevalling de vraagtekens naast zich neerlegde die een verloskundige plaatste bij zijn beleid. De vrouwenarts verdedigde zich verder door te stellen dat er jaarlijks in Nederlandse ziekenhuizen zo’n 7000 vergelijkbare bevallingen probleemloos verlopen. Gaandeweg de dag was volgens B. bovendien sprake van goede vooruitgang.
De bevalling kreeg een dramatische wending door een baarmoederscheuring op het moment dat B. naar huis was gegaan om te eten. Het kindje belandde deels in de buikholte. Ze werd via een spoedkeizersnee alsnog gehaald en gereanimeerd, maar overleed een dag later in Amsterdam.
Dinsdagmiddag hoort de rechtbank twee getuige-deskundigen in de zaak. Naar verwachting formuleert het Openbaar Ministerie aan het einde van de dag de eis tegen B. (ANP)