Op 1 januari 2022 is de Wet toetreding zorgaanbieders in werking getreden. Die bevat verschillende verplichtingen voor zorgaanbieders, waaronder een verplichting tot een openbare jaarverantwoording. Alle zorgaanbieders – zzp’ers uitgezonderd – moeten hieraan voldoen en moeten vanaf 2023 financiële verantwoording afleggen over het voorgaande boekjaar.
Pauzeknop
Vanwege onrust in het veld stelde voormalig VWS-minister Conny Helder een pauzeknop in voor zorgaanbieders die over 2022 en 2023 voor het eerst verantwoording moesten afleggen. Hiermee wilde Helder dat huisartsen “ruimte in hun hoofd en agenda hebben om de zorg voor hun patiënten goed te organiseren”. Daarnaast wilde zij het praktijkhouderschap aantrekkelijk houden.
Lichter regime
Per 1 januari 2025 is er een einde gekomen aan de pauzeknop. “Dit betekent dat alle huisartsenpraktijken voor 1 juni 2025 een jaarverantwoording over 2024 moeten aanleveren”, aldus de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV). Ook geldt vanaf deze datum een lichter regime voor micro-zorgaanbieders, waar de meeste huisartsenpraktijken onder vallen.
Voor deze zorgaanbieders geldt een lichtere verantwoording. “Dit betekent dat zij maar enkele vragen hoeven te beantwoorden over de identiteit, het aantal zorgverleners en het aantal patiënten”, meldt de LHV. Daarnaast leveren zij een beperkte balans en een beperkte staat van baten en lasten in. In tegenstelling tot grotere aanbieders, hoeven de huisartsenpraktijken geen toelichting te geven op hun financiële verantwoording en geen bestuursverslag en accountantsverklaring aan te leveren.
Uitstel
Zorgaanbieders die niet voor 1 juni 2025 hun eerste jaarverantwoording konden aanleveren, kregen mogelijkheid tot uitstel. De NZa meldt dat ongeveer vijftienduizend zorgaanbieders hun eerste jaarverantwoording moeten aanleveren. Uit navraag van Medisch Contact bij de zorgautoriteit blijkt dat ongeveer achtduizend van hen uitstel heeft gevraagd.