Er kwamen veel vragen uit de Tweede Kamer of de app wel iets toevoegt, of dat de minister beter het huidige bron- en contactonderzoek kan aanscherpen. De Jonge denkt nu dat de app “absoluut zin heeft”, maar dat hij dit pas met zekerheid kan zeggen als de app er daadwerkelijk is. Hij hoopt dat deze over twee weken landelijk beschikbaar is.
Experiment
“Als blijkt dat de app negatieve bijeffecten heeft of niet werkt, dan moet je eerlijk zijn en zeggen: dan maar niet”, aldus De Jonge.
Wel is er de afgelopen maand een proef gedaan in vijf regio’s. Een experiment was dat mensen zich bij een melding ook konden laten testen als ze geen klachten hadden. GGD’en reageerden hier kritisch op, omdat het de testcapaciteit onder druk zet en deze oproep haaks staat op de landelijke richtlijnen.
Maar een deel van de Kamer wil dit juist wel. De SP vindt het “heel logisch” dat mensen zich willen laten testen als ze volgens de app mogelijk besmet zijn. De PvdA begrijpt niet dat asymptomatisch testen wel mogelijk is op Schiphol bij terugkeer uit een gebied met code oranje, maar niet bij een melding door de app. PvdA-lid Attje Kuiken wilde weten hoe deze “keuze in schaarste” gemaakt wordt.
Volgens de minister moet de proef nog uitwijzen of testen zonder klachten van meerwaarde is. Als dit zo is, dan wordt dit landelijk overgenomen. Als dit niet zo is, dan volgt de app de huidige landelijke richtlijn, die voorschrijft dat testen zonder klachten wordt afgeraden, zegt de minister.
Te hoge verwachtingen
De ‘appathon’ en de openbare zoektocht naar een corona-app hebben te hoge verwachtingen gewekt over die applicatie. Hugo de Jonge geeft toe dat het “volmaakt transparante” proces wel eens voor teleurstellingen heeft gezorgd.
“Als ik daar zelf op terugkijk, had ik beter duidelijk moeten maken dat we een zoektocht aan het starten waren waarvan we niet zeker wisten of het ook aan het einde van het weekend een app zou opleveren. Dat het echt bedoeld was als een marktconsultatie. Dat had ik er op zijn minst duidelijker bij moeten communiceren”, zegt De Jonge tegenover een kritische Tweede Kamer. “Ik denk dat daarmee de verwachting te hoog was en het resultaat te teleurstellend was.”
Onderwerpen als apps van de overheid zorgen vaak al voor “zorgen en vragen bij mensen die een soort wantrouwen voeden” en zo’n proces zou zelfs complottheorieën versterken, aldus de bewindsman.
Appathon
Kamerleden en verscheidene experts hadden veel kritiek op de snelle jacht op een corona-app, die in eerste instantie strandde na een appathon. Voordat de makers van de ‘finalisten’ hun app konden presenteren, waren al zo’n 750 voorstellen afgevallen. Maanden later is er een app – de CoronaMelder – maar die kon niet worden ingevoerd op de door De Jonge gewenste datum van 1 september. De spoedwet die de basis legt voor het invoeren van de app moet eerst door de Tweede Kamer.
De openbare appathon en de voortvarende start van het proces hebben ook positieve effecten gehad, voegde De Jonge toe. “Als je zo’n stap zet, kun je dat alleen maar in volmaakte transparantie doen.” Na de appathon was het niet mogelijk om “het vervolgproces dan maar niet transparant” te doen. Daarnaast heeft zijn ministerie kennisgemaakt met “heel kritische meedenkers” die hebben meegekeken met de totstandkoming van de CoronaMelder. (ANP)