Slechts 60 procent van de mensen die de huisarts belt, krijgt bij de eerste belpoging contact. Dat blijkt uit onderzoek dat is uitgevoerd binnen het Consumentenpanel Gezondheidszorg van het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL).
Meteen contact
Ruim 30 procent van de ondervraagden zegt dat het een probleem is om de huisartsenpraktijk te bereiken. Patiënten blijken binnen 1 minuut iemand aan de lijn te willen. Het grootste deel van de patiënten die niet meteen contact krijgen met de huisarts probeert het later nog eens. Negen procent belt de spoedlijn en vier procent belt 112. Om deze ongewenste neveneffecten te voorkomen, is de telefonische bereikbaarheid van huisartsen van groot belang, volgens NIVEL.
Uitgangspunt
Het uitgangspunt van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) is dat niet-spoedoproepen bij de huisarts binnen twee minuten moeten worden beantwoord. Bij spoedoproepen is dit dertig seconden. De Landelijke Huisartsenvereniging (LHV) vindt ook dat de huisarts in spoedeisende gevallen binnen dertig seconden de telefoon moet opnemen. “Patiënten moeten erop kunnen vertrouwen dat ze in geval van nood binnen 30 seconden te woord gestaan worden”, aldus een woordvoerster van de LHV.
Niet-spoedeisende situaties
Maar ook in niet-spoedeisende situaties moeten huisartsen patiënten snel te woord kunnen staan. “Huisartsen moeten er een schepje bovenop doen om hun bereikbaarheid te verbeteren, maar we zijn ons ervan bewust dat dat niet altijd even makkelijk is. Een huisarts runt zijn praktijk vaak met ondersteunend personeel, doktersassistentes of praktijkondersteuners. Die leveren in toenemende mate zorg. Maar op de momenten dat zij zorg aan het leveren zijn, bijvoorbeeld aan diabetespatiënten, kunnen zij de telefoon niet aannemen.”
Geld
De LHV pleit voor meer personeel om de bezetting van huisartsenpraktijken op peil te krijgen, maar daar is meer geld voor nodig vanuit de overheid. “Alleen op die manier kan je het spanningsveld tussen de beschikbare capaciteit en de service die je kan bieden, optimaal benutten”, aldus de LHV-woordvoerster. (ANP)