De gemeente Zoetermeer, diverse instanties en hulpverleners hebben steken laten vallen bij de zorg voor een probleemgezin, waarvan een 22-jarige man overleed. Dat concluderen verschillende toezichthouders in een woensdag verschenen rapport.
De man overleed in april vorig jaar in zijn ouderlijk huis in Zoetermeer door “medische verwaarlozing”. Het gezin bestond uit een (stief)vader, moeder en vier andere, minderjarige kinderen. Enkele kinderen hebben een verstandelijke beperking, de ouders konden volgens het rapport niet omgaan met de vele problemen waarmee het gezin kampte, onder meer op het gebied van gezondheid en financiën. De jongeman was het enige gezinslid zonder beperking, maar hij zonderde zich af en had overgewicht.
Vanuit Den Haag, waar het gezin vandaan kwam, waren zorgen geuit richting de instanties in Zoetermeer, waar het gezin heen verhuisde. De verhuizing “leidde tot een breuk in de continuïteit van zorg en ondersteuning aan het gezin”. Het ging op meerdere gebieden fout. Zo hebben “betrokken partijen onvoldoende oog gehad voor de veilige en gezonde ontwikkeling van de (minder- en meerderjarige) kinderen. Op signalen als verwaarlozing en het ontbreken van passende zorg bij de problematiek van de kinderen is onvoldoende gehandeld door de betrokken professionals.”
Geen regie
De onderzoekers stellen verder dat de behoefte en opvattingen van de moeder centraal stonden. De mogelijkheden van het gezin en de behoeften van de overige gezinsleden bleven op de achtergrond. Er kwam geen gezamenlijk plan tot stand, er was geen regie en er werd geen passende zorg en ondersteuning ingezet op de problematiek van alle individuele gezinsleden.
Het onderzoek werd uitgevoerd op verzoek van Zoetermeer, door Samenwerkend Toezicht Jeugd/Toezicht Sociaal Domein en de toezichthouder Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo). (ANP/Skipr)