De geboortezorg lag enkele jaren geleden onder vuur. De kindersterfte lag in Nederland relatief hoog in vergelijking met omringende landen. Een stuurgroep pleitte onder meer voor betere communicatie tussen verloskundigen en gynaecologen. Vorige week ondertekenden veldpartijen daartoe een nieuwe standaard voor digitale gegevensoverdracht.
Grootste winstpunt van de PWD Standaard is dat zorgprofessionals onderling afspraken maakten over definitiekwesties, blijkt uit een toelichting door programmaleider Hindrik Wytzes van PWD Info. “Gynaecologen, verloskundigen en kinderartsen registreren een status in hun systeem en dat communiceren ze met collega’s. Het gaat er dan om dat iedereen weet wat met een begrip bedoeld wordt en dat de registratie eenduidig is.”
Om hierover afspraken te maken, kwamen professionals en afgevaardigden van registratie-autoriteiten bij elkaar. Er werden afspraken gemaakt over wat geregistreerd wordt, hoe ze het registreren en wat definities betekenen. De definities zijn vastgelegd in een woordenboek. Eenheid van taal betekent wel dat professionals soms andere terminologie moeten gaan gebruiken dan ze gewend waren.
Implementatie
Het is nu aan de softwareleveranciers om de standaard te implementeren. Het is de bedoeling dat zorgverleners in hun eigen systeem blijven registreren. Informatieoverdracht, van bijvoorbeeld de verloskundige naar de gynaecoloog is altijd een actieve handeling. Wytzes: “Als de verloskundige een patiënt tijdens de bevalling instuurt naar het ziekenhuis, dan hebben de artsen daar het patiëntendossier eerder dan dat de patiënt arriveert.”
Er werd ook met onder meer RIVM-CvB en Perinatale Registratie Nederland (PRN) contact gezocht. Zorgprofessionals leveren nu bij die partijen gegevens, onder meer voor statistische doelen. Het aanleveren van die informatie wordt dankzij de standaard ook vereenvoudigd.
