De Veilig Thuis organisaties scoren op sommige punten goed, maar de kwaliteit moet bij een groot aantal op andere punten dringend worden verbeterd. Tot dat oordeel zijn de Inspectie voor de Gezondheidzorg en de Inspectie Jeugdzorg gekomen na bezoeken aan 26 regionale Veilig Thuis organisaties.
Veilig Thuis is op 1 januari 2015 ontstaan uit de samenvoeging van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) en het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG). In Nederland zijn inmiddels 26 van de advies- en meldpunten voor huiselijk geweld en kindermishandeling.
De meeste Veilig Thuis organisaties blijken goed in staat om acuut onveilige situaties in kaart te brengen en direct op te heffen. Bij vrijwel alle Veilig Thuis organisaties werken professionals die gekwalificeerd zijn voor hun taken. Bovendien spant Veilig Thuis zich in om hulp te bieden in samenhang met het lokale veld, stellen de inspecties vast.
Wachtlijsten
Tweederde van de organisaties heeft echter nog niet voldoende zicht op de veiligheid van alle leden van gezinnen en huishoudens, met name van gezinnen en huishoudens die op de wachtlijsten staan.
Hoewel Veilig Thuis 24/7 telefonisch bereikbaar is, is bij het merendeel van de organisaties de inzetbaarheid van medewerkers in het algemeen en van vertrouwensartsen in het bijzonder nog niet 24/7 georganiseerd.
Een meerderheid van de Veilig Thuis organisaties beschikte ten tijde van het toezicht niet over voldoende personeel om alle taken (binnen de wettelijke termijnen) uit te voeren. Het personeelstekort wordt door de organisaties mede genoemd als oorzaak van het ontstaan van wachtlijsten. Het ontstaan van wachtlijsten noemen de inspecties onaanvaardbaar.
De inspecties hebben inmiddels verbetermaatregelen en verbeterplannen ontvangen. In 2016 voeren de inspecties hertoetsen uit bij de zeven Veilig Thuis organisaties die het minst goed scoorden.