De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft fouten gevonden in de jaarcijfers van zorgverzekeraars. In totaal gaat het om een bedrag van 490 miljoen euro. Dat melden het Financieel Dagblad en BNR.
De fouten hebben betrekking op de jaarcijfers van 2011 en gaan vooral om verkeerde rubricering van posten die van invloed zijn op de uitkering die verzekeraars krijgen uit het zogenaamde vereveningsfonds. Vanuit deze collectieve pot worden zorgverzekeraars gecompenseerd voor verzekerden met een hoge ziektelast, zoals ouderen en chronisch zieken.
Wijzingen
Volgens BNR en FD hebben de verzekeraars op last van de NZa al voor zeker 490 miljoen euro aan wijzigingen moeten doorvoeren. Daarnaast moeten zij voor nog eens 445 miljoen euro aan onduidelijkheden bekijken.
Boetes
Hoewel er geen sprake is van kwade opzet, krijgen mogelijk vijf verzekeraars een boete. De NZa doet aanvullend onderzoek naar deze vijf. De NZa kijkt hoe de fouten werden gemaakt en waarom ze niet intern zijn opgemerkt. Dit onderzoek moet uitwijzen of er inderdaad een boete opgelegd wordt en hoe hoog deze dan moet worden.
Overgangsregeling
De Commissie Mogelijk Misbruik Transitiemodel concludeerde donderdag dat zorgverzekeraars in het kader van de overgangsregeling bij de contractering van ziekenhuizen geen oneigenlijk gebruik hebben gemaakt van het vereveningsfonds. Wel constateerde de commissie lacunes in de regelgeving en interpretatieverschillen. Ook voorzitter André Rouvoet wees er in het kader van het onderzoek op dat “we het met elkaar razend ingewikkeld hebben gemaakt”.
De NZa ontkent desgevraagd dat de bevindingen haaks op de conclusies van de Commissie Mogelijk Misbruik Transitiemodel staan. “Dat is pertinent onjuist”, zegt een woordvoerster. Het gaat volgens haar om onzorgvuldigheden in de administratie, fouten in de rubricering. Deze kunnen zowel in het voordeel als in het nadeel van de verzekeraar zijn. “Het administreren in verschillende administratiesystemen tegelijkertijd is ingewikkeld. Dat vergt juist extra zorgvuldigheid. En al eerder pleitte de NZa ervoor de duur van de overgangsregeling tot een minimum te beperken”, aldus de NZa-woordvoerster.