Jongeren die niet al te stevig in hun schoenen staan, kloppen steeds vaker aan bij de jeugdzorg. In 2008 waren dat er ruim 70.000, zeven procent meer dan in 2007.
Meer gedwongen maatregelen
“De maatschappij vraagt meer en tegelijkertijd is er minder kracht rond het gezin,” zegt Jan-Dirk Sprokkereef, bestuurslid van brancheorganisatie MOgroep Jeugdzorg. “Geen wonder dat jongeren uit moeilijke gezinnen sneller bij professionals op de stoep staan als er in hun eigen omgeving minder hulp is te verwachten dan voorheen. Je ziet dat de zwaardere hulp nog harder groeit. Er doen zich met jongeren ernstiger problemen voor dan in het verleden.” Het aantal jongeren voor wie een gedwongen maatregel nodig was, zoals ondertoezichtstelling, is vorig jaar met tien procent toegenomen tot bijna 48.000.
Vrijwillige en verplichte zorg
De cijfers staan in het jaaroverzicht van de MOgroep, dat maandag is verschenen. Kinderen hebben 95.000 keer gebruik gemaakt van de jeugd- en opvoedhulp, zoals de sector de jeugdzorg tegenwoordig noemt. Het gaat om zorg waar ze zelf om vragen zoals een dagbehandeling of pleegzorg, maar de rechter kan er ook aan te pas komen met maatregelen voor jeugdbescherming en -reclassering.
Stijging meldingen kindermishandeling
Bij de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (AMK’s) meldden meer mensen dat er in hun omgeving wel eens een kind slachtoffer van mishandeling zou kunnen zijn. Er kwamen bij de AMK’s 53.000 meldingen binnen, vijf procent meer dan een jaar eerder. “Eigenlijk is er al sinds 2005 een enorme stijging van het aantal meldingen,” zegt Sprokkereef. “Sinds Savanna is er in de samenleving iets veranderd: er is meer besef van de veiligheid van het kind. Het taboe op achter de voordeur kijken is er wel vanaf. Men is bereid sneller te melden.”
Jeugdzorg werkt slimmer
Dat het aantal onderzoeken door AMK’s juist afnam, vindt Sprokkereef niet verwonderlijk. “Soms blijkt dan dat vrijwillige hulp de mooiste oplossing is, via het Bureau Jeugdzorg, bij de huisarts of op school. Dan hoeft er geen onderzoek meer plaats te vinden.” De jeugdzorg is wel slimmer gaan werken. Er trekken dan wel meer kinderen aan de bel, maar ze hoefden over het algemeen minder lang te wachten voor ze aan de beurt waren. Bij de Bureaus Jeugdzorg duurde 12,5 week voordat een jongere wist waar hij aan toe was. In 2007 duurde dat nog zestien weken.
‘Flexibel groeien is lastig’
De gemiddelde lengte van een dagbehandeling daalde met een maand naar ruim tien maanden. Jongeren zaten daarnaast korter in een instelling. Eind van dit jaar moeten de wachtlijsten in de jeugdzorg helemaal verdwenen zijn. Dat hebben minister André Rouvoet voor Jeugd en Gezin en de provincies, die verantwoordelijk zijn voor de jeugdzorg, met elkaar afgesproken. Voor de jongeren die daghulp krijgen, moet dit te doen zijn, verwacht Sprokkereef. Iets lastiger ligt dat bij de kinderen die in een instelling moeten worden opgenomen. “Daar is het een hele opgave om flexibel mee te groeien met de vraag.” (ANP)