De kinderhartcentra van het UMC Utrecht, UMC Groningen, Erasmus MC en het LUMC/AMC (CAHAL) blijven allen open. Dat heeft minister Edith Schippers van VWS bekend gemaakt.
Tijdelijke vergunning
De centra in Utrecht, Groningen, Rotterdam en Leiden/Amsterdam kregen in 2009 een tijdelijke vergunning tot 2012. Het aantal centra moest op termijn teruggebracht worden naar drie. De minister heeft op advies van de IGZ besloten dat de centra open mogen blijven. Zij vraagt hen wel om tot een formeel samenwerkingsverband te komen. Dat meldt het UMC Utrecht.
Samenwerkingsverband kinderhartcentra
Dit samenwerkingsverband moet vóór 1 januari 2013 landelijke richtlijnen te formuleren voor de indicatiestelling en behandeling van patiënten en om afstemming tussen onderzoeksprogramma’s te realiseren. Daarnaast wil Schippers dat de centra vóór 2014 afspraken maken over welk centrum welke hoogcomplexe zorg verricht, een multidisciplinair kwaliteits- en opleidingssysteem in te richten en landelijke gegevensuitwisseling over resultaten en complicaties voor te bereiden.
Kwaliteitseisen
De Inspectie voor gezondheidszorg (IGZ) heeft begin dit jaar de vier centra bezocht. De IGZ onderzocht of zij aan de kwaliteitseisen voldeden. De Nederlandse centra hebben in vergelijking met andere centra in Europa bovengemiddelde resultaten, zo blijkt, maar hebben nog niet de potentie om tot de Europese top te horen. Tot deze conclusie kwam de IGZ. De werkwijze tussen de centra varieert en de zorg op onderdelen kan beter. De inspectie gaf de voorkeur aan intensievere samenwerking tussen de centra boven de sluiting van één van de centra.