De KNMP stelt dat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) per 2027 veranderingen wil doorvoeren in de bekostiging van stoppen-met-rokenzorg. In oktober valt daarover een besluit. De KNMP maakt zich zorgen over een toename van administratieve lasten en declaratie-zekerheid. De gevolgen van het NZa-voornemen voor openbare apotheken zullen sterk afhangen van het inkoopbeleid van zorgverzekeraars.
Direct declareren
Volgens de KNMP overweegt de NZa om apotheken toe te staan de nicotinevervangende middelen apart en direct te declareren bij zorgverzekeraars, als deze apotheken hiervoor zijn gecontracteerd. Dit geldt dan voor de middelen en de terhandstelling, de kosten van de dienstverlening van de apotheek. Nu kopen zorgverzekeraars stoppen-met-roken-programma’s in bij huisartsenpraktijken en specifieke aanbieders. Dat gebeurt op basis van een standaard aanbod en een vast tarief. Hoofdcontractanten moeten de kosten voor geneesmiddelen zelf aan de apotheek vergoeden via onderlinge dienstverlening.
Altijd een aanvulling
In de nieuwe situatie moeten zorgverzekeraars en de NZa, volgens de KNMP, via declaratiegegevens kunnen controleren of er voor dezelfde patiënt ook een prestatie voor het stoppen-met-roken-programma is gedeclareerd. De NZa stelt dit als voorwaarde, zodat de farmacotherapeutische interventie een aanvulling is op de geneeskundige interventie, de gedragsmatige begeleiding bij het stoppen met roken.
De KNMP gaat onderzoeken wat de impact is op de apotheeksystemen van de veranderingen.
