Het besturen van zorgorganisaties wordt steeds meer een kwestie van gedeeld leiderschap. Dat was één van de voornaamste conclusies tijdens het CMDZ Jubileum Symposium ‘Vakmanschap voor Zorg’ dat op 3 oktober in Rotterdam gehouden werd.
Gedeeld leiderschap is het bestuurlijke antwoord op de steeds veranderende context waarin organisaties opereren, zo viel bij het jubilerende CMDZ te beluisteren. “We leven in een netwerksamenleving waarin het onderscheid tussen bestuur, management en werkvloer steeds minder duidelijk is”, aldus spreker Paul ’t Hart, hoogleraar bestuurskunde aan de Universiteit Utrecht (UU). Daarnaast zien we de opkomst van de de doe-het-zelf-burger. Door de groei van de digitale informatievoorziening is er sprake van een reductie van de informatie-assymetrie tussen leiders, professionals en burgers. De grenzenloosheid van alles leidt daarmee tot complexe interdependenties, die zich niet van bovenaf laten sturen of dicteren. In die zin is leiderschap niet langer een kwaliteit van mensen, maar een kwaliteit van systemen.”
Als het om de zorg gaat valt bij die veranderende context ook te denken aan de groeiende inhoudelijke specialisatie van professionals, de ‘verplatting’ van organisaties en de invoering van resultaat verantwoordelijke eenheden (rve’s). Misschien nog ingrijpender is het groeiende belang van patient empowerment en zelfmanagement in een technologische gezien steeds complexere omgeving.
Draagvlak
Dit alles maakt dat een bestuurder niet langer alles kan weten. Bij gevolg zullen bestuurders in de zorg hun leiderschapsrol steeds meer moeten delen met professionals en patiënten. “Ik geloof heel erg in duaal management”, stelt Desiree Cremers, kinderarts en medisch directeur Rijnstate ziekenhuis. “Je doet het samen met managers en professionals, want met beider inbreng kom je echt tot betere beleidsbeslissingen. Ik ben zelf dagelijks actief op de werkvloer. Het maakt toch uit of je collega’s je geregeld in de nachtdienst zien. Dat geeft je beleidsmatig meer draagvlak.”
Ook Niek van den Adel, dwarslaesiepatiënt en hospitality-trainer, denkt dat gedeeld leiderschap de kwaliteit van zorg ten goede komt. “Gedeeld leiderschap komt steeds meer op de werkvloer te liggen”, stelt Den Adel. “Als ik als patiënt in het ziekenhuis lig en de verpleegkundige of het afdelingshoofd kan en mag snel, goed en adequaat schakelen, dan vind ik dat erg prettig.”
Gedeeld leiderschap betekent voor Den Adel ook dat professionals meer oog hebben voor de noden van de patiënt. Behalve goede zorg wil die zich ook gehoord voelen. Den Adel: “Professionals hebben de afgelopen dertig jaar alleen maar les gehad in heel goed worden. Zodoende is het product gezondheidszorg steeds beter geworden, maar hoeveel les krijgt een patiënt in aardig doen.”
Cremers denkt dat gedeeld leiderschap ook een antwoord kan zijn op het wantrouwen waarmee de zorgsector niet zelden bejegend wordt. “Ook de zorgverzekeraars en de NZa mikken op betere zorg, maar omdat ze niet altijd weten wat er op de werkvloer speelt, ontstaat er een grote administratieve last door al die vragen die niet bijdragen aan een betere patiëntenzorg.”