Voor ouderen kan een bezoek aan de spoedeisende hulp (SEH) het begin van een verdere achteruitgang van de gezondheid en het zelfstandig functioneren betekenen. Onderzoekers van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en Alrijne Ziekenhuis hebben een screeningsinstrument ontwikkeld om direct bij binnenkomst per patiënt een inschatting te maken van het risico op achteruitgang. De onderzoekers publiceren hierover in The Netherlands Journal of Medicine.
Het aantal ouderen dat op de eerste hulp van ziekenhuizen belandt groeit en oudere patiënten lopen extra risico. 10 procent van de ouderen die de SEH bezoeken overlijdt binnen drie maanden na dat bezoek. Bij 20 tot 40 procent is het functioneren sterk achteruit gegaan. “In de praktijk betekent dat bijvoorbeeld dat iemand die voorheen zichzelf kon aankleden of zelf naar het toilet kon gaan, daar nu extra hulp bij nodig heeft”, licht arts-onderzoeker ouderengeneeskunde Jelle de Gelder toe.
De onderzoekers verwachten dat hun screeningsinstrument over een jaar klaar is om door alle SEH’s in Nederland te worden gebruikt. Zij zien het als een belangrijke stap om op een wetenschappelijke manier de zorg voor ouderen op de spoedeisende hulp te verbeteren. De informatie die het screeningsinstrument oplevert kan ook na het SEH-bezoek nog gebruikt worden, als de patiënt weer naar huis gaat, om de huisarts of verpleeghuisarts in te lichten en eventueel aanvullende zorg te regelen.
Het screeningsmodel is nu al beschikbaar in een app waarin risico’s gekoppeld zijn aan maatregelen. De onderzoekers werken momenteel samen met huisartsen, artsen in het ziekenhuis en SEH-zorgverleners aan de vraag welke maatregelen bij hoog risico patiënten het best zijn om te nemen. Ook willen zij scholing aanbieden aan zorgverleners, zodat ze beter kunnen inspelen op de eigenschappen en behoeftes van oudere patiënten.