Alle 98 gespecialiseerde ziekenhuizen op één na voldoen aan de minimale normen voor goede stomazorg. Vorig jaar voldeed 40 procent nog niet aan de minimale normen.
Dit meldt de Nederlandse Stomavereniging.
De Stomavereniging verklaart “blij” te zijn dat ziekenhuizen het afgelopen jaar opnieuw verbeteringen in de stomazorg hebben doorgevoerd. Zo is het klinisch protocol postoperatieve stomazorg op alle chirurgische afdelingen en de spoedeisende hulp volgens de norm van de Stomavereniging ingevoerd. In het protocol staat bijvoorbeeld met wie medewerkers contact kunnen opnemen bij problemen of complicaties. Dit voorkomt dat stomadragers onnodig moeten wachten.
Ook zijn er stappen gezet in het geven van informatie op de website over stomazorg. Nu is er nog slechts één ziekenhuis dat geen informatie over de stomazorg op haar website heeft, vorig jaar waren dit er nog vijf. Met dit ene ziekenhuis zijn afspraken gemaakt dat dit zo snel mogelijk wordt opgepakt.
Punten van zorg
In 2014 constateerde de Stomavereniging nog drie punten van zorg. Hierbij ging het om het opleiden van afdelingsverpleegkundigen, het registreren van complicaties na een operatie en de eerste controle na een operatie. Dit was vooral bij ziekenhuizen die darmstomazorg én urinestomazorg leveren, maar niet zelf urinestoma’s aanleggen.
Het is nog steeds niet duidelijk hoe dit op de verschillende ziekenhuislocaties wordt georganiseerd. Daarom heeft de vereniging besloten om een aantal normen niet mee te laten wegen voor ziekenhuislocaties waar geen darm- en/of urinestoma’s worden aangelegd. “Bij het opstellen van de normen voor de komende jaren wordt gekeken hoe we hier wél duidelijkheid over kunnen krijgen”, aldus de vereniging.
Bekostiging onder druk
De Stomavereniging waarschuwt dat de bekostiging van stomazorg onder druk staat. Ook fuseren steeds meer ziekenhuizen. Er zijn minder ziekenhuislocaties waar stomadragers terecht kunnen voor zorg. “Deze ontwikkelingen mogen niet ten koste gaan van goede stomazorg”, vindt de Stomavereniging.