Minister Bruijn gaat tarieven voor BIG-registratie fors verhogen

Beeld: Canva

De huidige tarieven van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) zijn niet kostendekkend, schrijft hij aan de Tweede Kamer.

Tarieven voor BIG-registratie

De bestaande tarieven voor producten en diensten zijn sinds 2013 niet meer zijn gewijzigd. Bij de evaluatie van de Wet BIG heeft KPMG een verhoging berekend op basis van een loon- en prijsindexatie vanaf 2013 tot 2026. Deze tarieven gaan omhoog van 85 naar 121 euro. Het gaat hierbij om de tarieven voor de initiële registratie, herregistratie, registratie na doorhaling, voorschrijfbevoegdheid, registratie met erkend diploma en registratie met automatische erkenning.

Daarnaast komen er tarieven voor producten en diensten die nu nog gratis zijn. De minister is van plan om die tarieven ruim onder de door KPMG toegerekende kosten per handeling te laten blijven. Het gaat daarbij om ‘Verklaringen Gewaarmerkt Papier’ (50 euro) en ‘Verklaringen Digitaal’ (30 euro). Dit zijn volgens de minister eenvoudige administratieve handelingen.

De categorie producten en diensten waarbij een gestandaardiseerde dossierbeoordeling plaatsvindt, wordt 50 euro. Dat geldt voor ‘Automatische erkenning’ en het verlenen van een ‘BES-ontheffing’. Voor de Europese beroepskaart (EPC) komt een tarief van 30 euro, omdat hier sprake is van een volledig elektronische procedure en een digitaal certificaat.

Dossierbeoordeling

Wat duurder wordt het als er een meer uitgebreide inhoudelijke dossierbeoordeling met maatwerk plaatsvindt. Denk aan ‘Erkenning beroepskwalificatie’ en ‘Verklaring van Vakbekwaamheid’. Die worden 100 euro.

Werkgevers

Werkgevers zijn vrij om deze extra kosten voor hun werknemers voor hun rekening te nemen, schrijft Bruijn. De hogere eigen bijdragen leiden tot een vermindering van de bijdrage vanuit het Rijk van circa 3,9 miljoen euro.