Instellingen voor residentiële jeugdzorg moeten een gestructureerde inschatting maken van de kans op seksueel misbruik binnen de instelling. Dat bepleit het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatie Centrum (WODC).
Residentiële instellingen bieden onderdak aan jongeren die dader of slachtoffer zijn geweest van seksueel misbruik. Een inschatting van individuele risicofactoren moet voorkomen dat het misbruik zich binnen de instelling herhaalt, zo stelt het WODC.
Risicofactoren
Op basis van literatuuronderzoek heeft het WODC verschillende risicofactoren geïdentificeerd. Zo hangt het risico op hernieuwd slachtofferschap af van duur en frequentie van het misbruik, de mate van geweld en of de dader een bekende was. Ook seksueel risicovol gedrag, verminderde seksuele assertiviteit en seksuele onzekerheid spelen een rol. Risicofactoren voor hernieuwd daderschap zijn misbruik zijn door meerdere daders, onopgeloste trauma’s, fantaseren over het misbruik, wisselende sekspartners en alcoholproblemen.
Het WODC doet geen uitspraak over de wenselijkheid van gemengde groepen van slachtoffers en daders. Wel blijken experts vaak een voorkeur te hebben voor ongemengde groepen, omdat trauma’s en gedragsproblemen zo beter behandeld kunnen worden. In een later stadium zijn gemengde groepen wenselijk, om jongeren voor te bereiden op een terugkeer naar de samenleving.