De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) adviseert het ministerie van VWS om de bekostiging van de curatieve geestelijke gezondheidszorg (ggz) per 2012 te vereenvoudigen. Dit betekent dat ggz-aanbieders in ieder geval een jaar langer dan voorzien twee administratieve systemen naast elkaar moeten gebruiken.
Nacalculatie
In de ggz declareren zorgaanbieders al wel via DBC’s. De feitelijke bekostiging gebeurt echter op basis van een budget, waarbij de gemaakte productie wordt nagecalculeerd. Uitzondering vormen nieuwe toetreders en vrijgevestigde ggz-aanbieders. Zij worden al wel volledig gefinancierd op basis van DBC’s.
Niet haalbaar
Het registreren in twee systemen brengt voor de ggz-aanbieders dubbele lasten met zich mee. Daarom was VWS voornemens per 1 januari 2011 om deze dubbele administratie los te laten. Door de kabinetscrisis en de vervroegde verkiezingen is deze datum niet meer haalbaar. De NZa stelt daarom voor om vanaf 2012 zowel de financiering als de bekostiging van de hele ggz via DBC’s te laten verlopen.
‘Ingroeimodel’
De keuze voor één bekostigingssysteem zorgt volgens de NZa niet alleen voor minder administratieve lasten, maar stellen bovendien zorgverzekeraars beter in staat afspraken te maken over prijs en kwaliteit. Dit is gunstig voor de betaalbaarheid en kwaliteit van de ggz. De NZa adviseert in het voorjaar van 2011 in welke mate de tarieven per 1 januari 2012 kunnen worden vrijgeven. De marktmeester in de zorg pleit bij de overgang naar DBC-bekostiging voor een “ingroeimodel” van drie jaar. Dit model geeft aanbieders de tijd hun bedrijfsvoering aan te passen aan de nieuwe bekostiging.
Transparantie
In het advies geeft de NZa ook uitleg over specifieke zorgactiviteiten, crisiszorg, kapitaallasten en macrobeheersing bij invoering van DBC-bekostiging. Vrije ggz-tarieven bieden volgens de NZa meer ruimte om zorgzwaarte te vergoeden en verbetering van kwaliteit te belonen. Hiervoor moet de sector wel aan verschillende voorwaarden voldoen, ondermeer op het gebied van transparantie van kwaliteit. In het voorjaar van 2011 bekijkt de NZa hoe transparant de markt is en in welke mate de tarieven per 1 januari 2012 kunnen worden vrijgeven. Met het oog hierop adviseert de NZa het nieuwe kabinet om tijdig een besluit over de bekostiging en het vrijgeven van de tarieven te nemen.