De NPCF wil beter toezicht op medische zelftesten. Volgens de organisatie stijgt het aantal preventieve medische zelftesten dat voorhanden is, alsmede de behoefte aan deze testen. Op dit moment is er te weinig zicht op de kwaliteit en het nut van de testen.
Daarvoor waarschuwt de NPCF in een persbericht. De organisatie werkt samen met andere consumenten- en patiëntenorganisaties samen binnen een projectgroep Preventief Zelfonderzoek. Ze pleiten voor betere voorlichting aan gebruikers. Ook moet er een keuzehulp komen, om voor en tegens van preventief onderzoek af te wegen en moet de consument ondersteund worden met een kwaliteitskeurmerk.
Grote verschillen
De meeste doe-het-zelftesten baseren de uitslag op speeksel, bloed of urine. Zo kunnen mensen ontdekken of ze ergens allergisch voor zijn, hoe hoog hun cholesterol is of wat hun suikerspiegel is. Tussen gezondheidstesten zijn grote verschillen, zowel in uitvoering als in kwaliteit. Patiënten gebruiken de zelftesten omdat ze op zoek zijn naar geruststeling.
Regelgeving onvoldoende
Het nut van medische zelftesten van commerciële aanbieders is echter niet altijd bewezen. De Gezondheidsraad stelde in 2008 dat de regelgeving voor dit soort gezondheidsonderzoeken ontoereikend is. En uit onderzoek van het Athena Instituut van de Vrije Universiteit blijkt dat het zicht op de kwaliteit en het nut van preventief zelfonderzoek ontbreekt.