De bestaande taken van de Jeugdautoriteit worden nu wettelijk verankerd, overgedragen aan de NZa en uitgebreid met nieuwe bevoegdheden. Medewerkers van de JA gaan mee, zetten hun werk binnen de NZa voort en brengen daar hun jarenlange ervaring en kennis van de jeugdsector in.
Drie kerntaken
Door lange wachttijden, financiële tekorten en een tekort aan personeel krijgen jeugdigen en gezinnen niet altijd de hulp die ze nodig hebben. Dit geldt in het bijzonder voor specialistische jeugdzorg. De oplossing ligt niet bij één partij, maar in versterking van het geheel. Dat vraagt onder andere om beter zicht op wat er speelt, waar tekorten ontstaan en welke ingrepen nodig zijn.
De NZa gaat hieraan bijdragen en richt zich op inzicht in de beschikbaarheid van jeugdzorg: kan iedere jeugdige en ieder gezin rekenen op jeugdzorg wanneer dat nodig is? Die focus komt tot uiting in drie kerntaken waar de NZa de komende jaren stap voor stap invulling aan gaat geven. Het gaat daarbij om stelselonderzoek naar beschikbaarheid van jeugdzorg, vroegsignalering en risico’s en toezicht op financiële bedrijfsvoering.
Geen toezicht op gemeenten
In tegenstelling tot haar taken in andere zorgsectoren stelt de NZa voor de jeugdzorg geen regels op en bepaalt ze geen tarieven. De verantwoordelijkheid voor de organisatie, inkoop en tarieven van vrijwel alle jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering ligt bij gemeenten en regio’s. Ook houdt de NZa geen toezicht op gemeenten; dat blijft een taak van de gemeenteraden.
Samen met de sector
De NZa wil de invulling van deze nieuwe taken samen met de sector doen. Een houdbaar jeugdzorgstelsel vraagt om nauwe samenwerking met gemeenten, regio’s, aanbieders en belangenorganisaties, en om sterke verbindingen met andere domeinen en (zorg)sectoren.
Anouk Mateijsen, directeur Toezicht bij de NZa: “Onze focus ligt de komende tijd op een goede voorbereiding op deze taken. Dat kunnen we niet alleen. Daarom richten we ons nu vooral op kennismaking met aanbieders, gemeenten, regio’s en andere partijen in de sector. Dus: nodig ons uit voor een werkbezoek of gesprek.”
Annemiek van der Laan, bestuurder bij de JA: “Wij hebben de afgelopen jaren een waardevolle positie opgebouwd in de jeugdsector, vanuit nauw contact met jeugdzorgorganisaties en gemeenten. Die expertise nemen we mee, en de NZa verrijkt die met hun bredere ervaring op het gebied van toezicht, de werking van het zorgstelsel, data-analyse en marktonderzoek. Een prachtige combinatie om de jeugdsector samen te versterken, en zorgdomeinen met elkaar te verbinden.”
De JA en NZa gaan in de aanloop naar de overgang zorgen voor duidelijke communicatie over wat er verandert voor alle betrokkenen partijen.

Kinder- en jeugdpsychiatrie terug naar zorgverzekeringswet zet meer zoden aan de dijk. Gemeenten zouden zich moeten beperken tot psychosociale jeugdzorg