BDIaktuell Ausgaeb 5/2015 Seite 9 Publikationsname / Publikationsnummer / E-Tag TT.MM.JJJJ (optional) *** Local Caption *** (c) pogonici / fotolia.com
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft terecht geweigerd informatie openbaar te maken over gedeclareerde zorgproducten per zorgaanbieder uit het zogenoemde landelijke Diagnose Behandeling Combinatie (DBC)-Informatiesysteem. Dat heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bepaald in een uitspraak.
De Afdeling bestuursrechtspraak bevestigt hiermee in hoger beroep de uitspraak van de rechtbank Amsterdam die in oktober 2015 tot hetzelfde oordeel is gekomen. Tegen de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak is geen hoger beroep mogelijk. De NZa wees in maart 2014 een verzoek van Open State Foundation (OSF) om openbaarmaking van deze gegevens af, omdat daardoor vertrouwelijke bedrijfsinformatie van zorgaanbieders openbaar zou worden. Volgens de OSF gaat het hier niet om vertrouwelijke bedrijfsinformatie. Ook zou de gevraagde informatie niet meer concurrentiegevoelig zijn.
Afzet van producten
Naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak is op basis van de gevraagde informatie in het Diagnose Behandeling Combinatie-Informatiesysteem precies na te gaan welke DBC-zorgproducten een zorgaanbieder heeft gedeclareerd en om hoeveel DBC-zorgproducten het gaat. “Uit deze gegevens kunnen onmiskenbaar wetenswaardigheden over de afzet van producten worden afgeleid”, aldus de hoogste algemene bestuursrechter.
In het systeem is verder voor elke zorgaanbieder en voor elk DBC-zorgproduct het gedeclareerde bedrag vermeld. Naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak moet “gelet op de samenhang van de prijs van een DBC-zorgproduct met de andere verzochte gegevens, ook de prijs als een bedrijfs- en fabricagegegeven worden aangemerkt”.
Vertrouwelijk
Een bestuursorgaan mag op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) geen bedrijfs- en fabricagegegevens openbaar maken als die vertrouwelijk aan hem zijn meegedeeld. “Gelet op de aard, de omvang en de mate van gedetailleerdheid van de informatie die de zorgaanbieder aan de NZa heeft geleverd en nu daaruit wetenswaardigheden over de afzet van producten kunnen worden afgeleid,” is de Afdeling bestuursrechtspraak van oordeel dat deze informatie vertrouwelijk is meegedeeld. Daarom staat de Wob in de weg aan de openbaarmaking van de gevraagde informatie.
Op dit moment wordt een publiek debat gevoerd over de transparantie van ziekenhuistarieven. Twee zorgverzekeraars en een ziekenhuisgroep hebben onlangs tarieven, overigens uitsluitend tot de hoogte van de maximale eigen bijdrage, openbaar gemaakt. Dit neemt naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak echter niet weg dat het nog steeds gaat om bedrijfs- en fabricagegegevens die vertrouwelijk aan de NZa zijn verstrekt.
Fraudebestrijding
In een reactie op de uitspraak zegt OSF-directeur Arjan El Fassed: “De uitspraak van de Raad van State maakt glashelder dat de wet inmiddels door de realiteit is ingehaald. Een selecte groep burgers, zorgverzekeraars en zorginstellingen regelen inzicht in kosten nu zelf. Maar voor echte fraudebestrijding, inzicht in kosten en doelmatigheid van de zorg moet de politiek in actie komen”. Volgens hem is de afgelopen jaren gebleken dat de Nederlandse Zorgautoriteit “geen millimeter” beweegt naar transparantie. “Daar moeten ze dus bij geholpen worden.”
Bijgestaan door Wob-expert, Brenno de Winter, verzocht Open State Foundation in 2013 de prijzen en aantallen ziekenhuis behandelingen per zorgaanbieder openbaar te maken. De NZa wees dit verzoek af, de rechtbank in Amsterdam gaf de toezichthouder gelijk in 2015. Sinds die uitspraak hebben meerdere partijen zelf prijzen openbaar gemaakt. Deze week maakte de Consumentenbond via een database, ontwikkeld in samenwerking met Open State Foundation, meer dan 200 duizend ziekenhuisprijzen openbaar.