Dat schrijft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) in een brief aan het demissionaire kabinet. Zonder behandeling van het HLO kunnen de regels voor de langdurige zorg niet worden aangepast, met grote gevolgen voor cliënten, zorgaanbieders en personeelstekorten. Op woensdag 18 juni wordt tijdens een debat in de Tweede Kamer bepaalt welke onderwerpen binnen VWS controversieel worden verklaard.
Hoofdlijnenakkoord
Het HLO verzacht de initiële bezuinigingen op de ouderenzorg via lagere tarieven. Voor de komende vijf jaar liep die korting op van 502 miljoen euro in 2026 tot 664 miljoen euro per jaar vanaf 2030. In het HLO wordt dat ongeveer gehalveerd: in 2026 281 miljoen euro en vanaf 2030 structureel 360 miljoen euro per jaar.
Zolang het HLO niet wordt behandeld kunnen de regels voor de Wet langdurige zorg (Wlz) niet worden aangepast en blijft het oude beleid geldig. Dit geldt ook voor de Wlz gehandicaptenzorg. Daar gaat het om een bezuiniging van 88 miljoen euro per jaar.
Lagere tarieven
In het HLO staat dat de bezuinigingen op de ouderenzorg via lagere tarieven worden gehalveerd. Wanneer het HLO controversieel wordt verklaard, blijft het oude beleid in stand. Daarin loopt de korting op tarieven op van 502 miljoen euro in 2026 tot 664 miljoen euro per jaar vanaf 2030.
Volgens de wet mogen cliënten zelf kiezen waar ze zorg krijgen. Maar het huidige beleid van zorgkantoren, namelijk dat mensen zoveel mogelijk thuis moeten blijven wonen, zoals afgesproken in het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO), past daar niet goed bij. Als de beslissing over het HLO wordt uitgesteld, blijft deze tegenstrijdigheid bestaan.
Naast de bezuinigingen op tarieven kunnen de maatregelen uit het HLO ook het tekort aan zorgprofessionals tot en met 2028 met 51 duizend medewerkers verminderen, blijkt uit een doorrekening van adviesbureau KPMG in opdracht van het ministerie van VWS.
Beschikbaarheidsbijdrage medische vervolgopleidingen
Daarnaast schrijft de NZa over de voorhangbrief verstrekking beschikbaarheid bijdrage (medische) vervolgopleidingen 2026 en verder. Mocht deze controversieel worden verklaard dan is er niet op tijd een goede juridische basis om het geld voor (medische) vervolgopleidingen te verdelen.
Wijkverpleging
Op dit moment loopt het experiment in de wijkverpleging, dat eindigt in 2029. Daarbij wordt een nieuwe manier van bekostiging van de wijkverpleging onderzocht. Om deze bekostiging door te voeren is een wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) nodig, die uiterlijk begin 2028 moet zijn aangepast.
Als er voor het einde van dit jaar geen besluit wordt genomen over het aanpassen van de wet, dan kan de nieuwe bekostiging niet op tijd wettelijk worden vastgelegd en kan deze dus niet worden ingevoerd. De NZa vraagt om aandacht voor deze gevolgen wanneer dit experiment controversieel wordt verklaard.
Storend dat de NZa bij deze beleidsstukken wel zijn tanden laat zien, waarschijnlijk het kunstgebit ingedaan deze ochtend, maar bij andere beleidstaken en handelen geen poot uitsteekt.