De bevindingen zijn gepubliceerd in de IZA-monitor die het Nivel van 2024 tot en met 2026 in opdracht van het VWS-ministerie uitbrengt.
Druk huisartsenzorg verlagen
De bekendheid met directe toegang tot de fysio- of oefentherapeut is het grootst. 79 procent van de burgers was van de directe toegang op de hoogte. De toegankelijkheid tot de ergotherapeut, logopedist en wijkverpleegkundige is voor veel mensen echter nog onbekend. 22 tot 36 procent van de burgers wist niet dat zij zonder verwijzing toegang hebben.
Voorlichting hierover kan mogelijk de bekendheid met directe toegankelijkheid tot de eerste lijn vergroten, aldus het Nivel. “Als meer mensen dit weten en zonder verwijzing zorg- en hulpverleners uit de eerste lijn zouden bezoeken, kan dit helpen de druk op de huisartsenzorg te verlagen.”
Eerste lijn in beweging
Het onderzoeksrapport meldt verder volop beweging te zien in de eerste lijn op het gebied van personele capaciteit, organisatie, passende zorg en veranderingen in patiëntenstromen. “Zowel in gewenste als ongewenste richting.”
Het merendeel van de zorggebruikers was het afgelopen jaar tevreden over de toegankelijkheid van de huisartsenzorg en vond dat ze samen konden beslissen over de zorg. “Een groot deel van de burgers staat open voor het maken van digitale afspraken bij een zorgverlener.” Tegelijkertijd waren meer mensen zonder huisarts en gingen meer mensen naar de HAP. “Wat de toegankelijkheid en continuïteit van de zorg onder druk zet.” In 2026 verschijnt de derde IZA-monitor.
