506541978
Ondanks de overwegend slechte beeldvorming rond de verpleeghuissector ervaren ouderen in een instelling veelal eenzelfde mentale gezondheid als ouderen die thuis wonen. Dat constateren onderzoekers van de Universiteit Maastricht, Radboud Universiteit Nijmegen en Erasmus Universiteit Rotterdam op basis van onderzoek onder meer dan 5000 ouderen en hun mantelzorgers.
Uit het onderzoek ‘Mantelzorg uit en thuis’ komt naar voren dat thuiswonende ouderen met een gemiddelde leeftijd van bijna tachtig ruim vijf jaar jonger zijn dan ouderen in zorginstellingen. Ook hebben ze minder ziektes en beperkingen. Hun mentale gezondheid is echter vergelijkbaar in beide zorgsituaties.
Deze uitkomst oogt verrassend, erkennen de onderzoekers. De commentaren van de bij het onderzoek betrokken ervaringsdeskundigen geven deze ogenschijnlijk opvallende conclusie meer reliëf. Volgens hen heerst er vaak een te negatieve beeldvorming over zorginstellingen. “De focus ligt vaak op de mensen die zich niet gelukkig voelen”, stelt één van hen. “Als ik op de afdeling van mijn moeder binnen kom en ik zie de onrustige mensen aan de deur, dan prikkelt dat natuurlijk en dat hou je ook vast. Maar er zitten 20 tot 25 mensen. En in die structuur ervaar ik soms, zeker bij mensen met dementie, dat ze ook hun rust vinden en een zeker welbevinden hebben.”
Structuur
Volgens de ervaringsdeskundigen hebben veel ouderen baat bij de sociale contacten en georganiseerde activiteiten op een afdeling, zeker als ze in de thuissituatie eenzaam waren. “Mijn ervaring, zeker bij mensen die thuis eenzaam waren, geen contacten meer hadden, dat die als het ware opbloeiden in het verzorgingshuis”, noteren de onderzoekers uit de mond van een andere ervaringsdeskundige. “En waarom? Omdat er ’s ochtends een programma was, activiteiten werden aangeboden, maar ook gezamenlijk eten bijvoorbeeld, de factor samen eten, de sociale contacten. Dat is er thuis vaak niet.”
Last
Een andere verklaring voor de relatief positieve perceptie van het verpleeghuis ligt volgens de onderzoekers in het feit dat mantelzorgers thuis minder aanspraak kunnen doen op professionele zorg en noodgedwongen afhankelijker zijn van mantelzorgers, hetgeen door ouderen als belastend ervaren kan worden. “In een instelling kan die last juist wegvallen. Dat kan ook voor de oudere een stuk opluchting geven.”
Belasting mantelzorgers
Als het om de mantelzorgers gaat constateren de onderzoekers dat zij in de thuissituatie een groter risico lopen op hogere belasting en mindere kwaliteit van leven in vergelijking met mantelzorgers die ouderen in zorginstellingen bijstaan. In de thuissituatie verlenen mantelzorgers bijna twee keer meer uren aan mantelzorg dan in zorginstellingen (17 tegen 9 uur). Daarnaast speelt er een gevoel van continue verantwoordelijkheid thuis. Toch is de persoonlijk ervaren belasting van de mantelzorgers in beide zorgsituaties opvallend genoeg even groot.
Verschuiving
Dit hangt mogelijk samen met de verschuiving in mantelzorgtaken die optreedt na opname in een zorginstelling. Zo komen er vaak nieuwe taken bij zoals het begeleiden van hun naasten bij activiteiten als een wandeling of een feestmiddag. Het is onduidelijk of de taken door de zorgverleners opgelegd worden of dat mantelzorgers dit uit eigen initiatief doen. Sommige mantelzorgers geven aan dit vaak als een verplichting voelen: “Als ik op bezoek kwam, mocht ikzelf toezicht houden op anderen. Als ik koffie ging halen voor mijn moeder, bracht ik ook koffie voor de anderen mee. Het werd ook een beetje van je verwacht. De vraag is natuurlijk in hoeverre dat officiële taken zijn of zelfbedachte taken.”
Volgens de onderzoekers is afstemming tussen professionele zorg en mantelzorg dan ook essentieel. Dit betekent dat mantelzorgers en professionals een open gesprek moeten voeren over wederzijdse verwachtingen ten aanzien van ieders rollen en taken. Voor het onderzoek werkten onderzoekers van de Universiteit Maastricht (Academische Werkplaats Ouderenzorg Zuid), Radboud Universiteit Nijmegen en Erasmus Universiteit Rotterdam samen met het Huis voor de Zorg onderzoek. Ze gebruikten TOPICS-MDS data van meer dan 5000 ouderen en hun mantelzorgers.