Doordat de overheid zich terugtrekt zijn gezondheidscentra steeds meer aangewezen op alternatieve financiering door met name zorgverzekeraars. Dit constateert onderzoeksbureau NIVEL.
Een gezondheidscentrum waarin huisartsen onder één dak samenwerken met bijvoorbeeld fysiotherapeuten en een apotheek, paste ooit naadloos in het idee van geïntegreerde eerstelijnszorg. Maar vanaf de jaren negentig zijn de regelingen voor financiële ondersteuning steeds verder afgebouwd. De onzekerheid heeft waarschijnlijk een rem gezet op de groei van het aantal gezondheidscentra in Nederland.
Voorwaarden
Bestaande centra zijn zich daarnaast steeds meer gaan oriënteren op nieuwe kansen en geldstromen. Uit de rondgang die het NIVEL langs een zestal grote en kleine gezondheidscentra maakte, blijkt dat bestuurders zich vooral richten op onderhandelingen met zorgverzekeraars. “Zorgverzekeraars stellen echter verschillende voorwaarden aan hun financiering”, verklaart NIVEL-programmaleider Ronald Batenburg. “Sowieso worden aan de bekostiging van de eerstelijnszorg veel meer voorwaarden gesteld die veel onderhandeling vergen met de zorgverzekeraars.”
Investeren
“Gezondheidscentra moeten blijven investeren in een betere samenhang van de zorg die ze leveren”, vindt Batenburg. “Ze moeten dus ook laten zien wat de meerwaarde is van hun organisatie, zowel in bestaande als in nieuwe buurten of wijken. In ons nieuwe zorgstelsel moeten zij dat in eerste instantie laten zien aan de zorgverzekeraar. En die kan soms anders aankijken tegen zorg die is toegesneden op de vraag uit de wijk of buurt. Het is gezien de geschiedenis gunstig voor gezondheidscentra die in nieuwe gebieden willen starten dat de compensatieregel wordt voortgezet. Hoewel dit blijft betekenen dat centra en zorgverzekeraars op één lijn moeten komen. En dat is met meerdere verzekeraars waar een gezondheidscentrum mee te maken heeft altijd lastig.”