Dat blijkt uit de nieuwste cijfers uit de Nederlandse Kankerregistratie, gepubliceerd door het IKNL.
Het verschil tussen jongere en oudere patiënten blijft groot. Bij patiënten jonger dan 65 jaar is de overleving ongeveer 10 procent hoger dan bij patiënten van 65 jaar en ouder. Hoewel de overleving sinds begin jaren negentig aanvankelijk sneller steeg bij jongere patiënten, is er in de afgelopen vijftien jaar juist sprake van een sterkere stijging bij oudere patiënten. Al met al is het verschil tussen de leeftijdsgroepen hetzelfde als dertig jaar geleden.
Vierjaarsoverleving
In de meest recente periode, 2020-2023, is de vierjaarsoverleving gestegen naar 89 procent voor mensen onder de 44 jaar, 80 procent voor mensen tussen 45 en 54 jaar, 74 procent voor mensen tussen 55 en 64, 70 procent voor mensen tussen 65 en 74 en voor mensen boven de 75 naar 63 procent.
De hoogste overleving komt voor bij onder andere huidkanker, borstkanker, prostaatkanker en zaadbalkanker. Daarbij is de vierjaarsoverleving meer dan 90 procent. De slechtste prognoses hebben alvleesklierkanker en ‘uitgezaaide kanker met een onbekende primaire lokalisatie’. Daarbij is minder dan 4 procent na vier jaar nog in leven.
Otto Visser, hoofd NKR bij IKNL: “Ieder jaar zien we weer dat het aantal diagnoses van kanker stijgt. Gelukkig neemt de overleving ook toe. We zien dat al het onderzoek naar nieuwe behandelmethodes en nieuwe geneesmiddelen echt effect heeft.”