Patiënten zijn nog onvoldoende op de hoogte van de mogelijkheden van zorg op afstand, ofwel e-health. Zorgverleners moeten patiënten daarom actief stimuleren om hun online diensten te gebruiken. Dit is een van de aanbevelingen uit de eHealth-monitor 2016 van Nictiz en het NIVEL.
Aan de techniek ligt het niet. Uit de eHealth Monitor, de jaarlijkse inventarisatie van beschikbaarheid en gebruik van e-health, blijkt dat er al een redelijk aanbod van online diensten, vooral bij de huisarts, bestaat. Artsen bieden hun patiënten langzaam maar zeker meer mogelijkheden voor online inzage in hun medische gegevens, vooral voor voorgeschreven medicatie. Online psychologische hulp zet door: bijna alle ggz-praktijkondersteuners zijn positief over eMental Health en 92 procent werkt ermee, weliswaar nog bij een klein deel van de patiënten.
Dat desondanks de meeste mensen niet wat er kan, ligt volgens Nictiz en NIVEL aan andere factoren. Zo houden mensen vast aan oude gewoontes, zoals bellen voor een afspraak. Om het gebruik van e-health te bevorderen zijn maatschappelijke innovaties nodig. “Met de techniek is er heel veel mogelijk, de uitdaging is nu dat we het zo gaan organiseren dat de techniek van betekenis wordt voor patiënten en zorgaanbieders”, zegt Roland Friele, adjunct-directeur van het NIVEL.
Epd
Niet alleen aan de kant van zorggebruikers is nog veel werk aan de winkel, ook zorgaanbieders worstelen vaak nog met de mogelijkheden van e-health. Bijna alle medisch specialisten houden inmiddels hun dossier elektronisch bij, maar de helft vindt dat het teveel tijd kost voor wat het oplevert. Daarnaast vinden ze dat de mogelijkheden tekort schieten om online patiëntinformatie uit te wisselen. Er is weinig vooruitgang, stellen de onderzoekers.
“We zien nu het vierde jaar op rij dat probleem nummer 1 voor artsen is dat systemen niet op elkaar aansluiten”, zegt Lies van Gennip, directeur van Nictiz. “Dat ze steeds dezelfde gegevens moeten overtypen, omdat systemen niet communiceren. Het is nu wel duidelijk dat dat probleem niet vanzelf overgaat en dat hier echt een regierol ligt voor de overheid.”
Stimuleren
NIVEL en Nictiz komen met een zestal aanbevelingen. Zorgaanbieders moeten het gebruik van e-health actief stimuleren. De overheid moet op haar beurt de regie nemen en het gebruik van standaarden voor het elektronisch delen van gezondheidsinformatie minder vrijblijvend maken.
Verder roepen de onderzoekers wetenschappelijke beroepsverenigingen op om het gebruik van e-health op te nemen in richtlijnen en zorgpaden. Opleidingsinstituten en beroepsverenigingen kunnen meer training en nascholing organiseren en e-health in curricula integreren. Onderzoeks- en onderwijsinstituten en fondsen moeten meer investeren in onderzoek naar toepassing van e-health om bestaande twijfels weg te nemen. Tot slot moeten overheid en zorgverzekeraars nadenken over het hoe toepassingen voor zorg op afstand worden bekostigd.