Schotten in de regelgeving en financiering, het grote aantal zorgverleners en overlappende verantwoordelijkheden maken samenwerking in de Utrechtse wijk Overvecht complex. Dat blijkt uit onderzoek van het Nivel.
In Overvecht wonen veel mensen met complexe gezondheidsproblemen en problemen in andere leefdomeinen. Sinds 2006 wordt er gewerkt volgens een integrale populatiegerichte wijkaanpak. Het uitgangspunt is zorg dichtbij, waarbij zorgverleners en hulpverleners uit verschillende domeinen met elkaar samenwerken en de behoeftes van de patiënt centraal staan.
Motivatie
Het onderzoeksinstituut sprak in 2017 en 2018 met 25 zorgverleners uit de wijk Overvecht. In de wijk wonen relatief veel mensen met complexe gezondheidsproblemen. Over het algemeen blijkt de motivatie om samen te werken groot bij organisaties en professionals uit medisch en sociaal domein binnen de wijk. Er zijn volgens het Nivel structurele werkafspraken over de domeinen heen en de visie op de samenwerking wordt breed gedragen. Het vier domeinen-model (4D-model) wordt gebruikt om een gezamenlijke taal tussen professionals uit verschillende domeinen te bevorderen. Het model wordt breed gedragen in Overvecht en geeft zicht op wat er speelt bij een patiënt in verschillende domeinen. Samenwerkingsafspraken die zijn gemaakt worden echter nog niet altijd nageleefd. Dit verschilt volgens het Nivel sterk per professional, team en organisatie.
Schotten
Wat de samenwerking in de wijk moeilijk maakt zijn de schotten in de regelgeving en financiering. Vooral bij het organiseren van maatwerk lopen medische en sociale professionals tegen barrières. “Dit vergt een creatief denken waarbij zowel de professionals van de werkvloer als de managers bereid moeten zijn om buiten de kaders naar oplossingen te zoeken. Niet altijd wordt een goede oplossing gevonden”, schrijft het Nivel. Een andere reden die samenwerking in Overvecht complex maakt, is het grote aantal zorgverleners. Er zijn tientallen organisaties en honderden professionals actief in de wijk. Ook is er een hoog verloop van professionals.
Overlappende verantwoordelijkheden
Er zijn grote verschillen in de kwaliteit van de samenwerking in de verscheidene sectoren in de zorg. Zo blijkt de samenwerking rondom ouderenzorg lastig, omdat vanwege de grote hoeveelheid zorgverleners niet altijd duidelijk is wie de regie heeft. Het blijkt moeilijk om met iedere organisatie afspraken te maken omdat het er zo veel zijn. Dan zijn ook nog eens medisch specialisten, specialistische verpleegkundigen, specialist ouderengeneeskunde en paramedici betrokken. De samenwerking tussen huisartsenpraktijken en de wijkverpleging is wisselend van intensiteit en kwaliteit, maar wordt volgens het Nivel wel steeds beter. De praktijkverpleegkundige ouderen speelt hier een belangrijke coördinerende rol.
Ook in de jeugdzorg kan de samenwerking beter. Wat de jeugdzorg complex maakt, zijn de overlappende verantwoordelijkheden van huisartsen, buurtteams jeugd en gezin en Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de gemeente Utrecht. Deze partijen zijn allemaal bevoegd om jongeren te verwijzen naar de tweede lijn. Hierdoor zijn ze onderling niet altijd op de hoogte van de verwijzing. De betrokken instanties verschillen volgens het Nivel bovendien veelal in visie en de manier van werken.
Geestelijke gezondheidszorg
De samenwerking rondom geestelijke gezondheidszorg is in Overvecht beter dan de samenwerking rondom de ouderenzorg en jeugdzorg. Elke praktijkondersteuner huisarts ggz (POH-GGZ) heeft formele en informele contactmomenten met buurtteam sociaal. Omdat de beide partijen elkaar goed weten te vinden, wordt de wijkpsychiater in een vroeg stadium ingezet. Dat zorgt er weer voor dat specialistische ggz in sommige gevallen wordt voorkomen en in andere gevallen juist bewust wordt ingezet. Het Nivel ziet wel dat samenwerking met de generalistische en specialistische ggz-instellingen van buiten de wijk relatief minder goed verloopt en letterlijk en figuurlijk als ‘ver weg’ wordt ervaren. Sinds de start van de ggz gebiedsteams is echter een positieve ontwikkeling in ontstaan.
Aandacht
Het onderzoeksinstituut benadrukt dat onderhoud van samenwerking continu aandacht vraagt, ook omdat het verloop van professionals in de wijk groot is. “Het is belangrijk dat afspraken over samenwerking vast liggen en worden overgedragen binnen organisaties, zodat samenwerking minder afhankelijk is van individuen.”