Hygiëne is belangrijker dan screenen en isoleren voor het tegengaan van de verspreiding van resistente bacteriën.
Europees onderzoek
Dat blijkt uit een groot Europees onderzoek, geleid door het UMC Utrecht, dat is gepubliceerd in het tijdschrift Lancet Infectious Diseases van 23 oktober. Wetenschappers van het UMC Utrecht voerden samen met Europese collega’s een groot onderzoek uit bij negenduizend patiënten in dertien intensive care-afdelingen in heel Europa. Ze hielden gedurende bijna twee jaar in de gaten hoeveel patiënten een besmetting met antibioticaresistente bacteriën opliepen. Daarbij vergeleken ze de normale gang van zaken met twee programma’s die de verspreiding van bacteriën zouden moeten remmen.
Desinfecteren
In het eerste programma werden alle patiënten gewassen met ontsmettingsmiddel chloorhexidine en moesten zorgverleners hun handen desinfecteren voor en na elk patiëntcontact. In het tweede programma werden alle patiënten via een snelle genetische techniek onderzocht op de aanwezigheid van antibioticaresistente bacteriën. Bij besmetting met een gevaarlijke MRSA-, VRE- of ESBL-bacterie moest de patiënt daarna in isolatie verpleegd worden.
Verlagen
Het wassen van patiënten en desinfecteren van handen door zorgverleners bleek het aantal nieuwe besmettingen met resistente bacteriën sterk te verlagen. Snelle genetische testen en geïsoleerd verplegen van besmette patiënten hielp het aantal besmettingen niet verder te verlagen.
Goedkoper
Intensivist dr. Lennie Derde van het UMC Utrecht: “Het is goed nieuws omdat hygiënemaatregelen veel minder ingrijpend en goedkoper zijn dan het isoleren van patiënten. Maar hygiënemaatregelen handhaven valt niet mee. In ons onderzoek voldeden de zorgverleners uiteindelijk in 70 procent van de momenten dat het moest aan de voorschriften voor handhygiëne. Dat is erg hoog, meestal komt dat niet boven de 50 procent uit.”