Zo’n twee miljoen zelfstandig wonende Nederlanders kregen in 2016 vanwege gezondheidsproblemen hulp bij dagelijkse handelingen, zoals het huishouden, aan- en uitkleden of het verzorgen van wonden. Zorg en ondersteuning werd vooral gegeven door mensen uit het sociale netwerk.
Dit blijkt uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).
Volwassen hulpbehoevenden kregen in 2016 gemiddeld ruim 10 uur per week hulp. De groep bestaat met name uit mensen met ernstige lichamelijke beperkingen, ouderen, alleenwonenden en mensen met een laag inkomen.
Een groot deel van de zorg en ondersteuning kregen zij van de partner, volwassen kinderen, ouders, buren, vrienden of vrijwilligers, namelijk 7,5 uur per week. Gemiddeld ontvingen zorggebruikers ruim twee uur per week publiek gefinancierde hulp en minder dan een uur per week particulier gefinancierde hulp.
Huishouden
Hulp in het huishouden is de meest voorkomende vorm van zorg en ondersteuning: in 2016 kreeg 12 procent van de volwassenen deze hulp. Begeleiding, persoonlijke verzorging en verpleging krijgen Nederlanders minder vaak. Mensen die verpleging en begeleiding ontvangen, krijgen dat vaak van een publiek gefinancierde hulpverlener. Als particulier gefinancierde professionals hulp bieden, is dat vooral hulp bij het huishouden.