Verpleeg- en verzorgingshuizen bieden hun bewoners de laatste jaren meer extra service. Het gaat dan om extra eten en drinken, kapper of pedicure, vervoer bij uitstapjes en kranten of internet. Deze extraatjes vallen niet onder de AWBZ. Dat blijkt uit een onderzoek van Research voor Beleid dat staatssecretaris Jet Bussemaker vrijdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Betalen voor gebruik
Bussemaker wilde inzicht in de extra diensten en wilde ook weten of de bijdrage die instellingen vragen ook echt vrijwillig is. Dat is meestal wel het geval concluderen de onderzoekers. Bewoners van AWBZ-instellingen betalen doorgaans alleen voor de extraatjes als ze er gebruik van maken.
Verplichte bijdrage
Enkele instellingen vragen wel een verplichte bijdrage voor zaken als een aansprakelijkheidsverzekering, recreatie en gebruik van media en communicatiemiddelen. De hoogte van de vrijwillige bijdragen varieert per instelling. Voor wassen of stomen van ondergoed en kleding is met 36 euro de gemiddelde bijdrage het hoogst. Als instellingen worden meegerekend die voor deze dienst niets vragen, ligt dit bedrag op 22 euro. Wassen en stomen valt sinds het begin van dit jaar niet meer onder de AWBZ voor nieuwe bewoners van verzorgingshuizen. Daardoor wordt dit vaker als extra service aangeboden. Rechtsbescherming is ook een dienst die in opmars is.
Basiszorg niet laten versloffen
Bussemaker wil met de AWBZ-sector praten over de betrokkenheid van de cliëntenraden bij het aanbod van aanvullende diensten. Ook wil ze de grote verschillen in de hoogte van de vrijwillige bijdragen aan de orde stellen. De staatssecretaris wijst er opnieuw op dat instellingen niet de basiszorg mogen laten versloffen om tegelijkertijd allerlei aanvullende pakketten aan te bieden waar cliënten voor moeten betalen. (ANP)