De POH-Jeugd kan een cruciale rol spelen in de samenwerking tussen wijkteams en huisarts en kan zo doorverwijzingen naar specialistische jeugdzorg voorkomen. Gemeenten en zorgverzekeraars, de belangrijkste financiers, zouden de inzet van de POH-Jeugd meer moeten stimuleren.
Dat zijn conclusies uit onderzoek van de Nederlandse vereniging van pedagogen en onderwijskundigen (NVO), is uitgevoerd door de Universiteit Groningen met Accare en Molendrift. Door de inzet van de POH-Jeugd krijgen kinderen op tijd de juiste hulp en ze worden niet onnodig of te snel doorverwezen naar dure en stigmatiserende specialistische zorg.
Borgen
De POH-Jeugd wordt gezien als een positieve schakel door zijn ervaring, inzicht in jeugdproblematiek en samenwerking in wijkteams. Huisartsen en POH’s zijn positief over de onderlinge samenwerking. De functie POH-Jeugd wordt uitgevoerd door zowel hbo- als wo-geschoolde hulpverleners, met veel ervaring in de jeugd-ggz of kinder- en jeugdpsychiatrie. De onderzoekers pleiten er voor om de functie nog beter te borgen door een aparte opleiding tot POH-Jeugd in te voeren en door de ontwikkeling van richtlijnen.