Het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis (CWZ) en het Radboudumc in Nijmegen zijn een groot onderzoek gestart naar pijnstillerverslaving. Het onderzoek richt zich op de vraag hoe een verslaving aan zware pijnstillers zoals oxycodon en morfine kan ontstaan en hoe het kan worden voorkomen.
De onderzoekers gaan in kaart brengen welke mensen opiaten gebruiken, hoe lang, welk middel en op welke leeftijd. Dit moet inzichtelijk maken welke mensen het meeste risico lopen om te blijven hangen in het gebruik. Daarnaast is een zogeheten behandelinterventie onderdeel van het onderzoek. Onderzoekers volgen daarbij twee groepen patiënten na een operatie. De eerste groep krijgt een behandeling met opiaten zoals gebruikelijk. De tweede groep krijgt begeleiding op een pijnpoli en eventueel een ander soort pijnbehandeling. “De verwachting is dat een betere begeleiding zal leiden tot minder gebruik”, aldus CWZ-apotheker Arno Kalkman.
Alarm
Eerder deze maand sloeg minister Bruno Bruins van VWS alarm over de toename van het gebruik van opiaten in de afgelopen tien jaar. Het gaat daarbij vooral om oxycodon, morfine en soortgelijke sterk werkende pijnstillers. De middelen (opioïden) zijn effectief, maar werken ook vaak verslavend.
Het voorschrijfbeleid is de laatste jaren ruimhartiger geworden, ziet ook pijnspecialist Robert van Dongen, werkzaam in CWZ en Radboudumc. “Na een operatie moeten mensen geen pijn lijden vinden we, en dus krijgen ze voor een paar weken medicatie mee. Bij de meesten gaat dat prima. Alleen een klein percentage komt er niet meer vanaf. Ze blijven de middelen gebruiken vanwege het prettige gevoel.” We moeten opiaten niet in de ban doen, maar wel verstandig voorschrijven, zegt Van Dongen. “Bij pijn zijn meer behandelingen mogelijk. Ook een zenuwblokkade kan helpen, of afleiding zoals muziek.”
Afspraken
Bij het opiatenprobleem zijn veel verschillende zorgverleners betrokken. Om het gebruik van opiaten echt terug te dringen, is het volgens de onderzoekers van belang dat al deze zorgverleners samen afspraken maken. Het regionale Nijmeegs Expertisecentrum voor Complexe Farmacotherapie, waarin CWZ en het Radboudumc samenwerken met partijen in de regio, werkt al aan dergelijke afspraken.