In de regio Noordoost-Brabant heerst onrust over zware jeugdzorg vanwege beoogde bezuinigingen. Die leiden er mogelijk toe dat er 125 tot 200 bedden in de sector verdwijnen. Zorginstellingen vrezen dat het te snel gaat en tot ‘onverantwoord grote risico’s’ leidt. In de Tweede Kamer en de gemeente Den Bosch zijn vragen gesteld.
De recente commotie is ontstaan door het voorstel dat wethouders van zestien samenwerkende gemeenten, die handelen onder de noemer Jeugdhulp Noord-Oost Brabant, begin deze maand deden. Er zou 10 miljoen euro moeten worden gekort op ‘verblijf zwaar’, blijkt uit een brandbrief die zorgaanbieders naar de verantwoordelijke wethouders schreven.
Transitieplan
Terug naar 2017. Toen is een transitieplan opgesteld door de zestien samenwerkende gemeenten en zorgaanbieders. De jeugdzorg zou zo moeten worden georganiseerd dat meer zorg plaatsvindt buiten de instellingen: zorgaanbieders zouden zich gaan richten op het afbouwen van zware zorg en het opbouwen van lichte voorzieningen. Hiervoor is 21 miljoen euro uitgetrokken. Het eerste gedeelte van dat bedrag, 6,5 miljoen euro, komt echter dit jaar pas vrij. In tegenstelling tot wat was voorgenomen, is dus geen tijd en geld geïnvesteerd in alternatieve zorg.
Geen alternatieve zorg voorhanden
Waar een afname van inzet van zware jeugdzorg werd beoogd, is deze alleen maar toegenomen, zegt Pieter Paul Slikker van de PvdA-fractie in Den Bosch. Dit zou onder andere komen door een gebrek aan goed aanbod in de lichte zorg. De situatie is volgens Slikker onverantwoord. Het komt er volgens hem op neer dat de zorgaanbieders met een bezuiniging van 10 miljoen euro bedden in de zware jeugdzorg moeten schrappen. “Dat zullen er dan tussen de 125 en de 200 zijn. Waar moeten de jongeren heen?”, zegt Slikker, die vragen heeft ingediend bij zijn gemeente. “Er is geen alternatieve zorg voorhanden. Je kunt niet zomaar lichtere zorgconcepten ontwikkelen en bijvoorbeeld gezinshuizen openen. Dat kost tijd en geld en die ruimte wordt de aanbieders nu niet gegund.”
Te snelle afbouw
De zorgaanbieders trekken middels een brief aan de bel. De korting van 10 miljoen euro is volgens hen gebaseerd op de investering van 21 miljoen euro over drie jaar. “We zien dat de geschatte inverdieneffecten van 2019 en 2020 nu gerealiseerd dienen te worden over 2020. Dit lijkt ons in vele gevallen niet realistisch, gezien de verlate start van de feitelijke uitvoering van de opdrachten”, schrijven de zorgaanbieders aan de verantwoordelijke wethouders.
De zorgaanbieders schrijven dat ze achter de inhoudelijke uitgangspunten van de transformatie staan en dat ze het nut en de noodzaak zien om tot een beter en betaalbaar zorglandschap te komen. Het gaat hen echter veel te snel. Ambulante aanbieders zijn volgens de zorgaanbieders onvoldoende in staat om zorg op te schalen. “Dit leidt mogelijk tot onverantwoord grote risico’s voor onze jeugdigen, ouders en betrokken partijen en zal daarbij niet helpen het transformatie proces goed verder vorm te geven.”
Geen reële budgetten
Slikker begrijpt dat de verantwoordelijke wethouders de juiste intenties hebben. “Er is gewoon te weinig geld, gemeenten krijgen geen reële budgetten van het Rijk. Den Bosch heeft een jaarlijks tekort van 4,5 miljoen euro op jeugdzorg. De tekorten mogen alleen niet ten koste gaan van de jongeren.” Eind 2018 stuurden de zestien gemeenten in de jeugdhulpregio Noordoost-Brabant mede namens zorgaanbieders een brandbrief aan minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid).
De zorginstellingen in de regio Noordoost-Brabant hopen dat de wethouders van de zestien gemeenten in de regio de voorstellen zullen heroverwegen. Ze krijgen bijval van Attje Kuiken, Tweede Kamerlid van de Partij van de Arbeid. Zij stelde vragen aan minister De Jonge.