Vanaf mei 2020 konden zorgaanbieders een aanvraag indienen voor de generieke continuïteitsbijdrage, die vervolgens door zorgverzekeraars is uitbetaald. Dit betrof op dat moment een voorlopige bijdrage, die medio 2021 definitief vastgesteld zou worden. Om daarmee te starten is de berekening iets vereenvoudigd.
Per zorgverzekeraar
Gekozen is de definitieve berekening decentraal uit te voeren – door iedere zorgverzekeraar zelf. Dat was ook bij de voorlopige berekening. Om onbedoelde negatieve effecten voor zorgaanbieders te voorkomen, wordt inhaalzorg niet meegenomen in de berekening. De omvang van de inhaalzorg is dus op ‘nul euro’ gesteld.
Voor zelfstandige behandelcentra (zbc’s) geldt deze wijziging vooralsnog niet. De vaststelling van de continuïteitsbijdrage vindt vanwege de bekostigingssystematiek op een later tijdstip plaats.