De uitdagingen in de zorg zijn bekend. “Juist daarom moeten ICT-systemen ondersteunend zijn”, stelt Engering. “Zo willen we bijvoorbeeld één actueel medicatieoverzicht kunnen delen met alle zorgverleners. Echter, sinds de overstap van regionale huisartsen naar een ander huisartsinformatiesysteem zijn we gebonden aan oude standaarden en houtje-touwtje koppelingen. Dat leidt tot frustratie, dubbel werk en risico’s voor de patiënt.”
Van soepele samenwerking naar terugval in techniek
Tot enkele jaren geleden werkte het grootste deel van de huisartsen en apothekers in de regio Harderwijk met de volledig geïntegreerde oplossing van Medicom, Pharmacom en MijnGezondheid.net. Het medicatieoverzicht was hierdoor vrijwel actueel, compleet en accuraat. “Dat werkte goed,” vertelt Engering. “We hadden inzicht in elkaars medicatiegegevens en er was vertrouwen dat wat de huisarts zag, overeenkwam met wat de apotheek afleverde.”
Sinds de overstap van de huisartsenzorggroep naar een ander HIS is die integratie echter verdwenen. Het nieuwe systeem maakt geen gebruik van de moderne standaarden zoals HL7, waardoor is teruggevallen op het verouderde EDIFACT-protocol. “Daarmee is eigenlijk een stap teruggezet in de tijd,” zegt Engering. “We proberen iets voor elkaar te krijgen wat technisch gewoon niet meer kan.”
Concreet gevaar in de praktijk
Volgens Engering zitten de risico’s in kleine dingen die grote gevolgen kunnen hebben. “Stopberichten bestaan niet in de oude EDIFACT-standaard. Dus als wij in de apotheek een middel stoppen, komt dat niet altijd goed door bij de huisarts. Het gevolg is dat een huisarts het toch opnieuw voorschrijft. Zo kan een patiënt onbedoeld toch met dubbele of verkeerde medicatie doorgaan. Dat is niet alleen frustrerend, het is ronduit gevaarlijk.” Ook retourberichten die apotheken sturen worden vaak niet goed verwerkt in het HIS van de huisarts. “Dat kan tot ongewenste gevaarlijke situaties leiden.”
Daar komt bij dat er veel extra werk ontstaat voor zowel apothekers als huisartsen. Engering: “We printen lijstjes voor de herhaalservice die huisartsen moeten overtypen. Dat kost enorm veel tijd, terwijl we allemaal weten dat dit digitaal veel beter kan. Je wordt er echt klaagmoe van: iedereen weet dat het fout gaat, maar de energie om te blijven signaleren is er niet meer. Als je ziet dat doorontwikkeling en digitalisering in andere sectoren wel goed verloopt, frustreert dit nog meer. ”
Samenwerking en standaarden
De kern van de oplossing ligt volgens Engering in samenwerking en landelijke afspraken. “Het zou ideaal zijn als alle systemen op open standaarden gebaseerd zijn en gegevens centraal beschikbaar worden gesteld. Dan voorkom je dat zorgverleners werken met allerlei verschillende portalen of verouderde koppelingen. Bijkomend voordeel is dat een patiënt hierdoor via één digitale ingang al zijn of haar zorgzaken kan regelen.”
Hij ziet echter dat niet alle leveranciers zich houden aan moderne normen en standaarden. “Zolang systemen niet voldoen, blijft samenwerking een uitdaging. Dat maakt de zorg onnodig complex en belemmert de vooruitgang. Leveranciers hebben hier echt een verantwoordelijkheid. Daarnaast moeten gebruikers beseffen wat voor systeem ze in huis halen.” Engering benadrukt dat het niet gaat om de software op zich, maar om het doel: veilige, efficiënte en patiëntgerichte zorg. “Of je nu huisarts, apotheker of wijkverpleegkundige bent; je moet kunnen vertrouwen op dezelfde, actuele informatie. Alleen dan kan de patiënt centraal staan.”
Het betoog van Matthijs Engering benadrukt de noodzaak van duidelijke, breed geaccepteerde normen voor datadeling en gecertificeerde zorg-informatiesystemen die meetbaar zijn. Op korte termijn blijft de geïntegreerde oplossing van Medicom en Pharmacom de meest toekomstbestendige en veilige keuze. Het zorgt vandaag al voor een actuele, betrouwbare en efficiënte gegevensuitwisseling tussen huisarts en apotheek.

